1. VOORBEREIDING VOOR DE WERKING
1. Controleer of het afvalreservoir leeg is
2. Controleer of de sleutelschakelaar op positie "0" is geplaatst
3. Sluit de connector van de batterijen (1) aan op de connector van de machine (zie het betreffende
hoofdstuk)
Ga over naar punt 3 voor de versies met ingebouwde batterijlader
AANDACHT: Deze handeling moet uitgevoerd worden door gekwalificeerd
personeel. Een verkeerde aansluiting van de connector kan storingen van de
werking van de machine veroorzaken.
4. Draai de sleutel (1) van de hoofdschakelaar in positie "1" (in wijzerszin). De controlelampjes van het
laadpeil van de batterij gaan onmiddellijk branden.
5. Versie zonder FSS: Open de waterkraan (2) (het water stroom automatisch naar beneden tijdens de
rotatie van de borstels).
6. Versie met FSS: Open de waterkraan (2) helemaal, en regel de hoeveelheid oplossing en het
percentage reinigingsmiddel in de oplossing met behulp van de knoppen op het dashboard.
7. Koppel de hendel (3) los en zet het onderstel laag.
8. Zet de wisser laag, draai daarvoor de hendel (4) in wijzerzin rond, de motor van de afzuiging gaat aan.
Om de motor van de zuiger uit te schakelen, moet de sleutel in positie "0" gedraaid worden
9. Controleer of de rem (5) ontgrendeld is.
De druk op de borstels kan vergroot worden door de hendel (3) op te heffen en in de hoogste positie
te blokkeren.
Om de originele positie weer te bereiken, of na het gebruik, moet de hendel handmatig gedeblokkeerd
worden door hem lichtjes op te heffen
10. Draai aan de knop voor de regeling van de snelheid (1) om de werkingssnelheid in te stellen. Als de
snelheid ongepast is, moet aan de knop voor de regeling van de snelheid gedraaid worden (kan ook
uitgevoerd worden wanneer de machine in beweging is).
11. Wanneer op de 'dead man' hendels (2) wordt getrekt, worden de borstels in werking gesteld en begint
de machine te bewegen. Controleer de eerste meters of de hoeveelheid oplossing voldoende is, en of
de wisser perfect droogt.
12. Nu kan de machine volledig efficiënt werken totdat de reinigende oplossing opgebruikt is.
WERKING
24
1
1
2
5
1
4
3