Ovenfunctie
Circulatiegrill
Onderwarmte
Ontdooien
Warmelucht
(vochtig)
Warm houden
7.2 Notities over: Warmelucht (vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse en
ecodesign-vereisten (overeenkomstig EU
65/2014 en EU 66/2014). Testen in
overeenstemming met:
IEC/EN 60350-1
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet wordt
onderbroken en de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Bij gebruik van deze functie gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch uit.
Zie voor bereidingsinstructies het hoofdstuk
'Aanwijzingen en tips', Warmelucht (vochtig) .
Toepassing
Voor het braden van grote
stukken vlees of gevogelte
met bot op één niveau. Voor
gratineren en bruinen.
Voor het bakken van taarten
met een krokante bodem en
het bewaren van voedsel.
Om voedsel te ontdooien
(groenten en fruit). De ont‐
dooitijd is afhankelijk van de
hoeveelheid ingevroren voed‐
sel en de grootte daarvan.
Deze functie is ontworpen om
tijdens de bereiding energie
te besparen. Bij het gebruik
van deze functie kan de tem‐
peratuur in de ruimte verschil‐
len van de ingestelde tempe‐
ratuur. De restwarmte wordt
gebruikt. Het verwarmingsver‐
mogen kan worden vermin‐
derd. Raadpleeg voor meer
informatie het hoofdstuk "Da‐
gelijks gebruik", opmerkingen
op: Warmelucht (vochtig) .
Om voedsel warm te houden.
Kijk voor algemene aanbevelingen voor
energiebesparing in het hoofdstuk 'Energie-
efficiëntie', Energiebesparing.
7.3 Instellen: Verwarmingsfuncties
1. Schakel de oven in met
Het display geeft de ingestelde temperatuur,
het symbool en het nummer van de
verwarmingsfunctie weer.
2. Druk op
of
verwarmingsfunctie in te stellen.
3. Druk op
. Anders start de oven na 5
seconden automatisch.
Als u de oven activeert en geen
verwarmingsfunctie of programma instelt,
wordt de oven na 20 seconden automatisch
uitgeschakeld.
7.4 Instellen: Temperatuur
Druk op
of
om de temperatuur in
stappen te wijzigen: 5 °C.
Als de oven een ingestelde temperatuur heeft
bereikt, klinkt er een signaal en verdwijnt de
opwarmaanduiding.
7.5 Hoe te controleren: Temperatuur
U kunt de huidige temperatuur in de oven
controleren als de functie of het programma
in werking is.
1. Druk op
.
Het display geeft de temperatuur in de oven
aan.
2. Druk op
of het display toont weer na
5 seconden automatisch de ingestelde
temperatuur.
7.6 Instellen: Snel opwarmen
Leg geen voedsel in de oven wanneer de
functie Snel opwarmen is ingeschakeld.
De functie Snel opwarmen is maar op een
aantal opwarmingsfuncties beschikbaar. Als
de fouttoon in het instellingenmenu
ingeschakeld staat, klinkt het signaal als de
functie Snel opwarmen voor de ingestelde
functie beschikbaar is. Raadpleeg het menu
'De instellingen gebruiken' in het hoofdstuk
'Overige functies'.
.
om een
NEDERLANDS
13