C. 4T−, 4Tm− en 4TL−specifieke toortsschakelaarmethode
Stroom (A)
Up−slopetijd
Startstroomsterkte
Voorgas
P/H
R
P/H = De toortsschakelaar indrukken en vasthouden; R = De
toortsschakelaar loslaten
*Alleen 4T: P/R = De toortsschakelaar indrukken en binnen 0,75
seconde loslaten
Stroom (A)
Up−slopetijd
Startstroomsterkte
* *
Voorgas
P/H
R
P/R P/R
P/H = toortsschakelaar indrukken en vasthouden; R = toortsschakelaar loslaten; P/R = De toortsschakelaar indrukken en
binnen 0,75 seconde loslaten
* * = De boog kan op elk moment worden gedoofd bij de uitkratersnelheid door de toortsschakelaar ingedrukt te houden
.
Een volledige onderdelenlijst is beschikbaar op www.MillerWelds.com
Gebruik van de 4T− en 4Tm−toortsschakelaar
Hoofdstroomsterkte
*P/R
*P/R
4TL toortsschakelaar bediening
Hoofdstroomsterkte
* *
* *
P/R
P/R
Uitkratertijd
Eindstroomsterkte
Nagas
P/H
R
Uitkratertijd
* *
P/R
P/H
Toepassing van 4T en 4Tm:
Gebruik
de
4T
of
(aangepaste)
toortsschakelaarmethode
wanneer de functies van een
afstandsbediening wenselijk zijn,
maar
er
alleen
afstandsbediende
aan/uit−schakelaar voorhanden is.
Met
4T*
kan
de
gebruiker
omschakelen tussen de lasstroom
en de eindstroom.
.
Wanneer
een
schakelaar wordt aangesloten
op de lasstroombron, gebruik
dan de externe schakelaar om
de lascyclus te bedienen. De
stroomsterkte wordt door de
lasstroombron geregeld.
4TL−toepassing:
Door de mogelijkheid om de
stroomsterktes te wijzigen zonder
ofwel up−slopetijd of uitkratertijd
kan de gebruiker het vulmetaal
aanpassen zonder de boog te
onderbreken.
Met 4TL (mini logic) kan de
gebruiker
schakelen
up−slope tijd of hoofdstroom en
startstroom. Eindstroom is niet
beschikbaar.
De
uitkratertijd
bereikt
altijd
de
minimale
stroomsterkte en beëindigt de
cyclus.
.
Wanneer
een
schakelaar wordt aangesloten
op de lasstroombron, gebruik
dan de externe schakelaar om
de lascyclus te bedienen. De
stroomsterkte wordt door de
lasstroombron geregeld.
Nagas
OM-275857 Pagina 57
4Tm
een
externe
tussen
externe