w
ff
Reparatieti ps
voor Onderweg
5.
6.
Draai
de bevestigingsbouten
(3)
van
de
luchtgeleidering
los.
Breng de V-riem
aan
door
deze
voorlangs
tussen de luchtgeleidering
en de
ventila-
teurbladen door te trekken.
Monteer
de
gasbedienings-kogelkoppe-
lingen,
de
bevestigingsbouten
luchtge-
leiderling en stel
de
V-riemspanning
af.
7.
V-Riemspanning afstellen
1.
Kantel
de
dynamo
tot
de
vereiste
span-
ning is bereikt.
2.
Een
correct
gespannen
V-riem kan,
bii
een lichte druk tussen wisselstroomdy'
namo en waterpomp,
10
tot
12
mm
wor-
den ingedrukt.
3.
Draai
de bevestigingsbouten
(1)
vast.
Opmerking:
Laat
de
V-riemspanning
zo spoedig
moge-
lijk
controleren door een
DAF-dealer.
REMMEN STELLEN
- Op het
voertuig
ziin
automatische
remstellers gemonteerd
(type
Haldex).
Bij
een
te
grote speling tussen remtrom-
mel
en
remvoering
wordt
de
remhef-
boom automatisch bijgesteld.
Hierdoor
wordt de speling tussen
remvoering
en
remtrommel automatisch
gecorri geerd.
Het
kan
voorkomen dat
de
remmen
moe-
ten
worden
gesteld (b.v.
bii
reparaties
aan
componenten van het
remsysteem).
Ga
dan als volgt te
werk:
61