Onderhoud
n tr
Aandrijfassen, schuifstukken
en
kruiskoppelin-
P A B C
VOOR,
TIJDENS
EN
NA
DE PROEFRIT
gen
op slijtage
controleren
n n D n
Controleer
de
cabineblokkering
tr n n
Balgen van
luchtvering
op
conditie
controleren
n tr ! I
Controleer werking koudstart
en
soepel starten
n tr
Chassis-luchtvering op werking
controleren tr n n I
Controleer
motoroliedruk
tr tl tr n
Werking centrale smering controleren,
reser- n n tr n
Stationair
en
maximum toerental
controle-
voir
bijvullen
ren/corrigeren
n n tr tr
Smeeralledoorsmeerpuntenvolgenshet
n tr n n
Controleerwerkinginstrumenten,waarschu-
smeerschema
wingslichten
en
zoemer
! n tr tr
Olie-gesmeerdenavenoplekkagecontroleren
n tr n n
Controleerwerkingallerij-enremfuncties
fl
Olieniveau olie-gesmeerde
naven
achteras D n n n
Controleer visueel op eventuele ontoelaatbare
controleren/bijvullen
uitlaatrook
tr D
Olie.gesmeerde
naven
achteras
verversen
n n D I
Controleer werking standverwarming
tr
Voonruiellagers,
vet
gesmeerd,
reinigen
en
in-
I tr tr I
Controleer werking uitlaatrem
vetten
n ! n I
Controleren
op
eventuele
olie,
brandstof
en
tr
Achterwiellagers, vet gesmeerd, reinigen
en
in-
xoelvloeistoflekkages
vetten
tr n n tr
Banden en velgen
op slijtage en
beschadigin-
gen controleren
! tr
Bevestiging wielen controleren
tr n tr tr
Bandenspanning
controleren,
inclusief
reser-
vewiel
tr n
Opleggerkoppeling
op speling en
bevestiging
controleren
n tr
Aanhangwagenkoppeling
op
speling
en
be-
vestiging controleren
tr n tr
Bevestiging opbouw controleren
50