lnstrumenten en Bedieningsorganen
trI
A
138
Uurwerk
op
tijd
zetten
Zet het
uurwerk
met het stelwiel
C
op
tijd.
Let
hierbij op
het
tijdverschil
tussen
bijvoor-
beeld 6.00
uur en
18.00 uur.
De
juiste
tijd
op de tijdschaal
K van
de
ta-
chograafschijf bevindt
zich
bij
punt D
van
het
huis.
Controlelampen
en
-openingen
De
controlelamp
F
brandt als een
bepaalde
snelheid
wordt
overschreden. Deze
snel-
heid kan
met
stelschroef
G
worden
inge-
steld.
De
controlelamp
B
brandt
als er
geen
of
maar één
tachograafschijf
is aangebracht.
De
opening
H
maakt het mogelijk te contro-
leren
of
het uurwerk loopt.
Zelldiagnose
De
in
de tachograaf aanwezige electronika
controleert voortdurend
de
goede werking
van
het
apparaat op:
-
onderbreking
van de
voedingsspanning
-
storingen
in
het ingangssignaal
vanaf de
versnellingsbak.
*Zonder voedingsspanning werkt
de tacho-
graaf niet.
Als
de
voedingsspanning
terugkeert,
slaat
de
snelheidsmeter even max.
uit,
en wordt
er
op de
schijf
een
streep getekend.
Als
het
deksel
van de
tachograaf open
is
ge-
weest,
terwijl
er
geen
voedingsspanning
aanwezig
was, moet men als
volgt
hande-
len.
uu
rwerk gelijkzetten,
-
tachograafschijven inleggen
-
deksel sluiten
-
voertuig
kortstondig
in beweging zetten.
De
snelheidsmeter moet
dan
weer
in
de
nul-
stand terugkomen.
Bij
storingen
in het
ingangssignaal
zal
de
snelheidswijzer elke
8
sec. even
uitslaan.
Dit wordt ook
geregistreerd
op de
tacho-
g
raaf
sch
ijf
.
E
21