Rookgasafvoer
In de buitenlucht of in open ruim-
tes is het bedrijf van de apparaten
ook zonder speciale rookgasafvoer
mogelijk. Wij adviseren echter om
een 1 m uitlaatpijp met hierboven
geplaatste regenkap te monteren
(voorbeeld 2) om het indringen van
regenwater en vuil uit te sluiten.
Als de apparaten voor het
verwarmen van ruimtes
wordt gebruikt, moeten de
verbrandingsgassen evt. in de
buitenlucht worden afgevoerd.
De rookgasafvoer moet dus-
I
danig zijn uitgevoerd, dat altijd
een thermische aansturing van
het uitlaatgas is gewaarborgd
De rookgasafvoer moet
I
dusdanig uitgevoerd zijn dat er
geen tegendruk kan ontstaan
Voorbeeld 1
Bedrijf met een
verlengde rook-
gasafvoer
Condensafvoer
verreist
Een storingsvrij bedrijf kan
I
worden gewaarborgd als de
rookgasafvoer stijgend en met
verticale eindbuizen wordt
gemonteerd
De rookgasafvoer moet ten
I
minste boven goothoogte,
nog beter boven nokhoogte
eindigen, om tegendruk door
weersinvloeden
(bijv. wind) te vermijden
De minimumafstand van 0,6 m
I
tot brandbare onderdelen mag
niet worden onderschreden
Uitlaatpijponderdelen en
I
bevestigingsmaterialen zijn als
accessoires verkrijgbaar
Voorbeeld 2
Bedrijf zonder
verlengde rook-
gasafvoer
max. 1 meter
Alle onderdelen van de rook-
I
gasafvoer moeten veilig worden
bevestigd. De diameter mag
niet kleiner zijn dan de rookgas-
aansluiting van het apparaat
LET OP
Er mag door ondeskundige
rookgasafvoer in geen geval
tegendruk ontstaan.
Aanwijzing voor het uitvoeren van
1. BImSchV (Bundes-Immissions-
schutzverordnung, Duitse wetge-
ving inzake emissiebeheersing)
Apparaten die naar verwachting
niet langer dan 3 maanden op
dezelfde opstellingslocatie worden
gebruikt, vallen niet onder de
goedkeuring resp. de bewaking
volgens de 1e BImSchV. (Bundes-
Immissionsschutzverordnung,
Duitse wetgeving inzake
emissiebeheersing)
Om beschadigingen aan de
verbrandingskamer door
het neerslaan van vocht (condens)
in voorbeeld 3 te vermijden, moet
absoluut een juiste installatie
van het uitlaatpijpen met een
condensafvoer zoals in voorbeeld
1 worden weergegeven.
AANWIJZING
Voorbeeld 3
Na installatie van een
Niet-toegesta-
rookgasinstallatie moet de
ne toewijzing
instelling van de brander
overeenkomstig aan de nieuwe
omstandigheden worden
aangepast.
9