Reiniging en onderhoud
Een regelmatig onderhoud een
keer per jaar resp. bij langere
stilstand en het opvolgen
van enkele basisvoorwaarden
garandeert een storingsvrij bedrijf
en een lange levensduur van het
apparaat.
LET OP
Voor alle werkzaamheden
aan de apparaten moet
de voedingsstekker uit de
contactdoos zijn verwijderd.
AANWIJZING
Instellings- en onderhouds-
werkzaamheden mogen alleen
door geautoriseerd vakperso-
neel worden uitgevoerd.
De apparaten moeten vrij van
I
stof en overige afzettingen
gehouden worden
De apparaten mogen
I
uitsluitend droog of met
een vochtige doek worden
gereinigd
Geen directe waterstraal
I
gebruiken. bijv.
hogedrukreiniger enz.
Geen bijtende of oplosmiddelen
I
bevattende reinigingsmiddelen
gebruiken
Ook bij sterke verontreinigingen
I
alleen geschikte
reinigingsmiddelen gebruiken
Uitsluitend schone stookolie EL
I
resp. dieselbrandstof gebruiken
Paraffinevorming in acht
nemen!
Het brandstoffilter regelmatig
I
controleren op vervuiling.
Vervuilde filters eventueel
vervangen
Het apparaat op mechanische
I
beschadigingen controleren en
defecte onderdelen deskundig
laten vervangen
Ventilatorwiel en brandkamer in
I
de warmtewisselaar regelmatig
op vervuiling controleren en
deze eventueel reinigen
Olietanks ter plaatse regelmatig
I
op vervuiling, condenswater en
vreemde deeltjes controleren en
deze eventueel reinigen
De veiligheidsvoorzieningen
I
regelmatig op juiste werking
controleren
De voelers van de
I
veiligheidsinrichtingen altijd
stof- en vuilvrij houden
De blaasunit-brander
I
regelmatig door geautoriseerd
vakpersoneel op juiste
uitlaatgaswaarden laten
controleren.
Om veiligheidsredenen
adviseren wij om een
onderhoudscontract af te sluiten
Onderhouds- en
I
instandhoudingsintervallen in
acht nemen
Bij gebreken die de
I
bedrijfszekerheid van de
apparaten in gevaar brengen,
moeten de apparaten direct
buiten bedrijf worden gesteld
en moet de toezichthoudende
persoon op de hoogte worden
gesteld!
Reinigingswerkzaamheden
Na elke verwarmingsperiode
of afhankelijk van de
toepassingsvoorwaarden
ook eerder, moet het
volledige apparaat inclusief
de warmtewisselaar, de
verbrandingskamer en blaasunit-
brander worden gereinigd van stof
en vuil.
Slijtageonderdelen, zoals bijv.
rookgasremmen, afdichtingen,
oliefilterinzet en oliemondstukken
moeten worden gecontroleerd en
eventueel worden vervangen.
Reiniging van de warmtewisselaar
1. De bedrijfsschakelaar in
stand "0" zetten en de
voedingsstekker uit de
contactdoos trekken.
2. De uitblaaskap 1 na
het verwijderen van de
4 bevestigingsbouten
wegnemen. Beschikbare warme
luchtslangen hoeven niet persé
te worden gedemonteerd.
3. De revisiedeksel 2 demonteren
en de rookgasremmen 4
wegtrekken.
.
4. De rookgashendels 5 reinigen.
Hiervoor is een speciale
reinigingsborstel als accessoire
met EDV-nr 1103110
verkrijgbaar.
5
4
5. De rookgasremmen
reinigen resp. beschadigde
rookgasremmen vervangen.
6. De afdichting 3 van de
revisiedeksel controleren en
evt. beschadigde afdichtingen
vervangen.
7. Monteer na de
onderhoudswerkzaamheden
alle onderdelen weer zorgvuldig
in omgekeerde volgorde.
De aanwijzingen op de volgende
pagina moeten ook in acht worden
genomen.
3
2 1
13