Onderhoud
Vuldruk van de installatie
Voor het bijvullen eerst de vulslang met
i
water vullen, dit voorkomt dat er lucht in
uw installatie komt.
B De wijzer op de manometer moet tussen 1 en 2 bar
staan.
B Staat de wijzer onder 1 bar (bij koude installatie)
dient water bijgevuld te worden totdat wijzer tussen
1 en 2 bar staat.
B Maximale druk van 3 bar mag, bij de hoogste tempe-
ratuur van het water niet overschreden worden (vei-
ligheidsventiel opent).
B Indien de druk niet constant blijft, dient de dichtheid
van de installatie en het expantievat getest te wor-
den.
Elektrische bekabeling
B De elektrische bekabeling op mechanische bescha-
diging testen en defecte kabel vervangen.
52
6 720 611 390 NL (2006/01)