Onderhoud
10.1 Checklist voor het onderhoud
(onderhoud protocol)
1
Laatste foutmelding oproepen , serv-
icefunctie .0, (zie blz. 49).
2
Ionisatiestroom testen, servicefunctie
3.3, (zie blz. 49).
3
Verbrandingslucht en luchtaanvoer
optisch testen. Optische controle van
de membraan op vervuiling en
scheurtjes (zie blz. 51).
4
Controleer de gasvoordruk.
5
Controleer CO
in de verbrandings-
2
lucht.
6
Controleer de CO
-instelling
2
voor min./max. (Gas- /
luchtverhouding).
7
Controleer op dichtheid ten aanzien
van gas, rookgas en water (zie blz.23)
8
Controleer bij gaswandketels zonder
voorraadsysteem de uitstroomhoeveel-
heid warmwater
(zie blz.49).
9
Controleer de warmtewisse-
laar (zie blz 49).
10 Brander testen, (zie blz. 50).
11 Reinig het condenswatersifon,
(zie blz. 51).
12 Controleer de voordruk van
het externe expansievat voor
de statische hoogte van de
verwarmingsinstallatie (toes-
tel drukloos) .
13 Controleer de vuldruk van de
verwarmingsinstallatie.
14 Controleer de elektrische bedrading
op beschadigingen. De ontstekingska-
bel bevindt zich onder de kabelboom.
15 Controleer alle veiligheids-, regel- en
stuurorganen op hun functie.
16 Controleer bij de verwarmingsinstalla-
tie behorende toestellen, zoals boilers
en dergelijke.
17 Controleer ingestelde servicefuncties
volgens het in gebruikname protocol.
Tabel 20
48
Datum
mbar
min. %
max. %
mbar
mbar
mbar
6 720 611 390 NL (2006/01)