8.2.7
Automatisch antipendelprogramma
(servicefunctie 2.7)
Bij aansluiting van een weersafhankelijke regelaar
wordt het antipendelprogramma automatisch aange-
past. Met servicefunctie 2.7 kan de automatische aan-
passing van het antipendelprogramma uitgeschakeld
worden. Dit kan noodzakelijk zijn bij een verwarmingsin-
stallatie met ongunstige dimensionering.
Wanneer de aanpassing van het antipendelprogramma
uitgeschakeld is, moet het antipendelprogramma met
servicefunctie 2.4 worden ingesteld (zie blz. 39.)
Fabrieksinstelling is „1" (ingeschakeld).
B Druktoets service
indrukken en ingedrukt houden
totdat op de display – – verschijnt.
Toets
brandt.
ECO
3
4
2
5
1
E
7
4130-28.2/O
Afb. 72
B Temperatuurregelaar
play 2.7 verschijnt.
Na korte tijd wordt in de display 1. (ingeschakeld)
weergegeven.
ECO
4
3
2
5
1
E
7
6 720 610 239-49.1O
Afb. 73
B Draai de temperatuurregelaar
(uitgeschakeld) wordt weergegeven.
Display en toets
knipperen.
B Vul de uitgeschakelde aanpassing van het antipen-
delprogramma in op het bijgevoegde in gebruikname
protocol (zie blz. 37).
B Druk op de toets
en houd deze vast tot in de dis-
play [ ] wordt weergegeven.
Het automatische antipendelprogramma is uitge-
schakeld.
ECO
4
3
2
5
1
E
7
4130-32.2/O
Afb. 74
B Draai de temperatuurregelaars
spronkelijke waarden.
Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur.
6 720 611 390 NL (2006/01)
draaien totdat op de dis-
tot in de display 0.
en
op de oor-
8.2.8
Verwarmingsvermogen instellen
(servicefunctie 5.0)
Het is mogelijk om het toestel verwarmingszijdig op de
juiste transmissieberekening in te stellen.
Het verwarmingsvermogen kan tussen min. nominaal
warmtevermogen en max. nominaal warmtevermogen
op de specifieke warmtebehoefte worden begrenst.
Ook bij een begrenst verwarmingsver-
i
mogen is bij het bereiden van warmwater
of het opwarmen van de boiler het max.
nominale warmtevermogen beschikbaar.
De fabrieksinstelling is het max. nominale warmtever-
mogen. In de display wordt weergegeven:
• HRC 26: 68
• HRC 30: 88
• HRC 35: 88
• HRC 42: 99.
B Toetsen
en
indrukken en ingedrukt houden tot
op de display = = verschijnt.
Toetsen
en
branden.
Afb. 75
B Temperatuurregelaar
5.0 verschijnt.
Na korte tijd verschijnt het ingesteld verwarmingsver-
mogen in procenten op de display.
6 720 610 332-51.1O
Afb. 76
B Verwarmingsvermogen in kW kan men door middel
van het kengetal uit de tabel verwarming en boilerver-
mogen (zie blz. 54) te halen.
B Temperatuurregelaar
de gewenste temperatuur verschijnt.
De display en de toetsen
B Gashoeveelheid meten en met de gegevens van het
juiste kengetal vergelijken. Bij afwijkingen kengetal
corrigeren!
Individuele instelling
6 720 610 332-50.1O
draaien tot op de Display
draaien tot op de display
en
knipperen.
41