Individuele instelling
Na het instellen
B Temperatuurregelaars
lijk ingestelde temperatuur draaien.
8.2.2
Pompschakeling kiezen voor verwar-
mingsbedrijf (servicefunctie 2.2)
Bij het aansluiten van een weersafhanke-
i
lijke regeling, wordt automatisch op
pompschakeling 3 omgeschakeld.
Verschillende pompschakelingen:
• Schakelstand 1 Voor installaties zonder externe
regelaar.
De pomp wordt door de aanvoertemperatuurrege-
laar geschakeld.
• Schakelstand 2 (fabriekszijdige instelling)
Installaties met ruimtetemperatuurregelingen.
De aanvoertemperatuurregelaar schakelt alléén gas,
de pomp loopt door. De externe regelaar schakelt
gas en pomp.
Pomp en ventilator hebben een nadraaitijd tussen
15 sec. en 3 minuten.
• Schakelstand 3 De pomp wordt door de weersaf-
hankelijke regelaar geschakeld.
De pomp wordt door de regelaar geschakeld. Op
zomerstand draait de pomp alléén tijdens warmwater
bereiding.
B Toets
indrukken en ingedrukt houden tot op de
display – – verschijnt.
Toets
brandt.
6 720 610 332-32.1O
Afb. 57
B Temperatuurregelaar verwarming
verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt de ingestelde pompscha-
keling op de display.
6 720 610 332-33.1O
Afb. 58
B Temperatuurregelaar
de gewenste pompschakelstand tussen 1, 2 of 3 ver-
schijnt.
De display en de toets
38
en
op de oorspronke-
draaien tot 2.2
draaien, tot op de display
knipperen.
B Ingestelde schakelstand invullen op het inbedrijfna-
me protokol, Afb. 56.
B Toets
indrukken en ingedrukt houden, totdat op
de display [ ] verschijnt.
De pompschakelstand is vastgelegd.
6 720 610 332-34.1O
Afb. 59
B Temperatuurregelaars
lijk ingestelde temepratuur draaien.
Op de display verschijnt de aanvoertemperatuur.
8.2.3
Boiler opwarmvermogen
(servicefunctie 2.3)
Het boiler opwarmvermogen kan tussen het kleinste en
het maximale opwarmvermogen (fabriekszijdige instel-
ling) ingesteld worden, afhankelijk van overdraagbare
vermogen van de boiler.
Fabriekszijdige instelling is het nominale verwar-
mingsvermogen, aanduiding 99 op de display.
B Toets
indrukken en ingedrukt houden totdat op
de display – – verschijnt.
Toets
brandt.
6 720 610 332-32.1O
Afb. 60
B Temperatuurregelaar verwarming
de display 2.3 verschijnt.
Na een korte tijd verschijnt het ingestelde boilerver-
mogen op de display.
6 720 610 332-36.1O
Afb. 61
B Boilervermogen in kW: kan men door middel van het
kengetal uit de tabel verwarming en boilervermogen
(zie blz. 54) instellen.
B Temperatuurregelaar
het juiste kengetal verschijnt.
Display en toets
knipperen.
en
op de oorspronke-
draaien tot op
verdraaien tot op de display
6 720 611 390 NL (2006/01)