7.6.3
Warmwaterhoeveelheid
B Warmwaterhoeveelheid vergroten
(max. 14 l/min): draai de schroef op de waterscha-
kelaar naar links (+).
De uitstroomtemperatuur wordt lager vanwege de
grotere waterhoeveelheid.
B Warmwaterhoeveelheid verkleinen
(min. 8 l/min): draai de schroef op de waterschake-
laar naar rechts (–).
De uitstroomtemperatuur wordt hoger vanwege de
kleinere waterhoeveelheid.
Afb. 52
De uitstroom temperatuur (effectieve
i
wachttijd) van het tapwater, is tijdsduur
die vanaf begin tappen benodigd is om de
eindtemperatuur te bereiken gebaseerd
op het CW tapdebiet en is mede afhanke-
lijk van:
1: De totale leidinglengte van de warm-
waterleiding
2: De leiding diameter van de warm-
waterleiding
3: De statische druk van het tapwater.
7.7
Zomerbedrijf
(alleen warmwaterbereiding)
B Stand van de aanvoertemperatuurregelaar
ren.
B Temperatuurregelaar
draaien.
De verwarmingspomp stopt en daarmee is de ver-
warming buiten werking. De warmwatervoorziening
evenals de verzorging van de spanning voor de ver-
warmingsregelaar en schakelklok blijft gehandhaafd.
Waarschuwing: Bevriezingsgevaar
voor de verwarmingsinstallatie. In zo-
merbedrijf is er alléén vorstbeveiliging
voor het toestel.
Voor verdere aanwijzingen raadpleeg het bedienings-
voorschrift van de verwarmingsregelaar.
6 720 611 390 NL (2006/01)
6720 610 332-25.1O
note-
geheel naar links
7.8
Vorstbeveiliging
Vorstbeveiliging voor de verwarming:
B Verwarming in bedrijf laten, aanvoertemperatuurre-
gelaar
aanvoertemperatuurregelaar minstens op
stand 1 laten staan.
B Bij uitgeschakelde verwarming; het verwarmingswa-
ter mengen met een antivriesmiddel, zie hiervoor op
blz. 20.
Voor verdere aanwijzingen raadpleeg het bedienings-
voorschrift van de verwarmingsregelaar.
Vorstbeveiliging voor een boiler:
B Temperatuurregelaar
draaien (10˚C).
7.9
Storingen
Een overzicht van eventuele storingen
i
vindt u in de tabel op blz. 53.
Tijdens het gebruik kunnen storingen optreden.
In de display wordt een storing weergegeven en de
toets
kan knipperen.
Wanneer de toets
knippert:
B Druk op de toets
en houd deze vast tot in de dis-
play – – wordt weergegeven.
Het toestel treedt weer in werking en de aanvoertem-
peratuur wordt weergegeven.
Wanneer de toets
niet knippert:
B Schakel het toestel uit en weer in.
Het toestel treedt weer in werking en de aanvoertem-
peratuur wordt weergegeven.
Wanneer de storing zich niet laat resetten:
B Waarschuw dan uw installateur of servicebedrijf.
7.10 Pompblokkeringsbeveiliging
Deze regeling verhindert het vast gaan zit-
i
ten van de pomp na een lange stilstand-
speriode.
Na iedere pompafschakeling volgt een tijdsmeting om
na ca. 24 uur de pomp in te schakelen.
Inbedrijfname
naar de linkeraanslag
35