Hoofdstuk 2 - Installatie van de machine
2.15 AFSTELLING
Alvorens de machine te gebruiken, moet gecontroleerd worden of alle onderdelen, waarvan de
montage ten laste van de gebruiker is, op correcte en stevige wijze geassembleerd werden.
(bv. de montage van de bescherming in de uitvoer van de machine, de assemblage van de
afvalinrichting en de lichtkolom). De eventuele elektrische bekabeling noodzakelijk voor de
aansluiting van de optionele fotocellen moet door een bevoegd technicus uitgevoerd worden,
etc.
24