Stappenmotor-membraandoseerpomp MEMDOS SMART LK / LP
12.3 Membraan wisselen
De doseerpomp beschikt over een automatisch membraanwissel-pro-
gramma dat het vervangen van een membraan vereenvoudigt.
Afb. 53: Opengewerkte tekening van membraan en doseerkop
12.3.1 Oude membraan uitbouwen
Vereiste actie:
ü
De doseerpomp moet van de voedingsspanning gescheiden worden.
ü
De vloeistofzijdige delen van de installatie worden drukloos gemaakt.
ü
De doseerpomp wordt met een ongevaarlijke vloeistof (bijv. water)
gespoeld.
Voer de volgende stappen uit:
1. Draai de vier bouten (5) op de doseerkop met geschikt gereedschap
(Inbussleutel SW 3) eruit en neem de doseerkop (4) eraf.
2. Druk Menu.
3. Kies met
of
het menupunt
OK.
4. Druk Start.
4
Het membraan beweegt zich naar de voorste eindpositie. In het
display verschijnt „Even geduld a.u.b.!"
5. Wacht tot de melding „vervangen!" verschijnt.
6. Buig het mebraan (3) met een tang aan de rand licht omhoog en
schroef deze tegen de wijzers van de klok om eraf.
12.3.2 Nieuw membraan monteren
Vereiste actie:
ü
Membraanstang (2) en membraanflens (1) moeten goed gereinigd
worden om daarmee het nieuwe membraan door achterblijvende
vloeistof niet te beïnvloeden.
ü
Op het schroefdraad van het membraan (3) kan een beetje vet
aangebracht worden (bijv. Molykote Longterm W2).
1. Schroef het membraan met de hand met de wijzers van de klok mee
tot merkbare aanslag op de membraanstang.
Onderhoud
44
a
b
c
d
e
en druk
Membraanvervanging
2. Breng de doseerkop in de juiste positie en plaatse de bouten er weer
in. Trek de bouten eerst zachtjes aan. Draai de bouten aansluitend
kruislings vast, bijv. eerst linksboven - rechtsonder -rechtsboven
- linksonder.
Beschadiging van de doseerkop / ondichtheid van het
membraan
Als de bouten te vast aangedraaid zijn, kan dit tot beschadiging van de
doseerkop leiden. Te zwak aandraaien veroorzaakt echter een
ondichtheid van het membraan en daarmee beïnvloeden van het
functioneren.
ð
Trek daarom de bouten met een draaimoment aan van 1,8 Nm.
ü
Membraanwissel uitgevoerd.
i
Na een membraanwissel of vervanging van andere onderdelen
van de doseerpomp kan het noodzakelijk zijn dat de
vloeistofhoeveelheid opnieuw gemeten moet worden door
middel van uitliteren.
12.4 Zuig- en persventiel reinigen
Vervuilde ventielen beïnvloeden de nauwkeurigheid van doseren
waardoor de ventielen regelmatig gereinigd moeten worden.
Het wisselen van een ventiel volgt bij doseerkoppen van kunststof door
het uitwisselen van de complete doseerkop.
BA-10120-05-V04
Bedieningsvoorschrift
AANWIJZING
© Lutz-Jesco GmbH 2020