Inhoudsopgave
Advertenties
Stappenmotor-membraandoseerpomp MEMDOS SMART LK / LP
In dit voorbeeld start doseervoortgang 1 op maandag en vrijdag altijd om
9 uur in de ochtend. Doseervoortgang 1 loopt 10 minuten bij 50% slagfre-
quentie (Y 50%). Doseervoortgang 2 start op donderdag en vrijdag altijd
om 16.00 uur in de middag. Doseervoortgang 2 loopt 100 slagen bij 50%
slagfrequentie.
17. Druk OK.
4
De doseerpomp geeft de startweergave van de bedrijfsvorm
aan.
Batchfunctie
Chargenbetrieb
Nächster Start
14:50
1 Std. : 10 Min
0%
Menü
Setup
Start
Afb. 50:
Startweergave van de Batchfunctie type Timer
De startweergave van Batchfunctie type
tijd tot de volgende start weer en tevens de actuele kloktijd.
ü
Doseervoortgangen geprogrammeerd.
11.2.4.5 Doseerpomp starten
Wanneer het type Batchfunctie
Start/Stop
1. Druk Start.
2. Druk nogmaals Start.
4
De doseerpomp begint direct te doseren. De resulterende capaciteit
wordt automatisch berekend en op het display weergegeven.
ü
Doseerpomp gestart.
Wanneer het type Batchfunctie
Ext. start
1. Druk Start.
2. Leidt een impuls naar de impulsingang van de doseerpomp.
4
De doseerpomp begint direct te doseren. De resulterende capaciteit
wordt automatisch berekend en op het display weergegeven.
ü
Doseerpomp gestart.
Wanneer het type Batchfunctie
Interval
è
Druk Start.
4
De doseerpomp geeft de tijd aan die resteert tot het ingestelde
interval is bereikt. Na afloop van de tijd begint de dosering.
ü
Doseerpomp gestart.
Wanneer het type Batchfunctie
Timer
è
Druk Start.
4
De doseerpomp begint te doseren wanneer één van de ingestelde
weekdagen en de ingestelde starttijd bereikt is.
ü
Doseerpomp gestart.
© Lutz-Jesco GmbH 2020
Wijzigingen voorbehouden.
201222
geeft de overblijvende
Timer
ingesteld is:
ingesteld is:
ingesteld is:
ingesteld is:
BA-10120-05-V04
11.2.4.6 Doseerpomp stoppen
è
Druk Stop.
ü
Doseerpomp gestopt.
11.2.5 Aansluitbus Ethernet (alleen MEMDOS SMART LP-Net)
11.2.5.1 Bedrijfsmodus kiezen
1. Druk Menu.
2. Kies met
of
het menupunt
3. Kies met
of
het menupunt
4
De doseerpomp geeft de startweergave van de bedrijfsvorm
aan.
Netwerkfunctie
Netzwerkbetrieb
0,00
Liter
Tag
0%
Menü
Start
Afb. 51:
Startweergave Netwerkfunctie
In de bedrijfsmodus
Netwerkfunctie
aantal slagen van de doseerpomp met het signaal aangestuurd dat aan
de netwerkaansluiting (Ethernet) gevraagd wordt. Aanvullend kunnen in
de tegenrichting alle stoormeldingen en statusmeldingen overgedragen
worden.
Er hoeven geen andere instellingen in de bedrijfsmodus gemaakt te
worden.
Wel moet het IP Adres ingegeven resp. gecontroleerd worden (zie
hoofdstuk 10.6.11 „Menupunt „IP Adres" instellen (alleen LP-Net)" op
pagina 31).
Voor eenduidige identificatie in het Ethernet netwerk bezit de doseer-
pomp een wereldwijd eenmalig vergeven MAC nummer (Voorbeeld:
„00-C0-3D-00-27-8B"). Ter identificatie in een daarvoor opgebouwd
TCP/IP netwerk moet voor de doseerpomp een IP nummer (Voorbeeld):
„169.254.55.114") vastgelegd worden. Het IP nummer wordt vanuit de
locale netwerk administrator vergeven. Een DHCP functie voor automati-
sche nummer toekenning is niet voorzien.
Als meerdere doseerpompen in een netwerk toegepast worden, dan
moeten de IP adressen voor het onderscheiden en voor eenduidige
adressering op elkaar afgestemd zijn.
De TCP/IP pakketten moeten volgens het MOBUS TCP/IP protocol
verlopen en kunnen bijv. vanuit de meerkanaals regelaar TOPAX DX Net
een geschikt ethernet PLC of een PC-systeem gezonden en ontvangen
worden.
De doseerpomp kan in een locaal TCP/IP netwerk (niet over een Gateway)
aangestuurd worden.
De doseerpomp bewaakt de netwerkaansluiting. Als pakketten uitvallen
dan stopt de doseerpomp automatisch met verpompen. De PLC resp. het
PC-systeem moeten vandaar continu in tijdsafstand van minder dan een
seconde de doseerpomp aanspreken.
Bedieningsvoorschrift
en druk OK.
Bedr.-modus
en druk OK.
Netwerkfunctie
worden de slagfrequentie en het
Bedrijfsvoering
41
Advertenties
Inhoudsopgave
