Stappenmotor-membraandoseerpomp MEMDOS SMART LK / LP
7 Doseerpomp monteren
Levensgevaar door stroomschokken!
Elektrisch geleidende vloeistoffen kunnen in ontoereikend gezekerde
pompbehuizing, kabelaansluitingen en netstekker binnendringen.
ð
Stel vast dat alle beschermings-maatregelen minstens overeenko-
men met de eisen van de IP65 beschermingsklasse.
ð
Plaats de doseerpomp zo dat water niet in de behuizing kan
binnendringen.
Gevaar voor persoonlijke- en materiële schade!
Met een moeilijk bereikbare doseerpomp kan gevaar ontstaan
vanwege niet correcte bediening en slecht onderhoud.
ð
Installeer de doseerpomp zodanig dat deze altijd toegankelijk is.
7.1 Opstellingsaanwijzing
Let bij montage op de volgende basisprincipes:
De ventielen moeten loodrecht staan: Persventiel boven, zuigventiel
n
onder. Let hierbij op de pijlrichting die op de doseerkop is aange-
bracht. De doseerpomp moet zo opgesteld worden dat de pijl
loodrecht naar boven wijst.
De doseerpomp moet op een juiste bedieningshoogte gemonteerd
n
worden.
Deze mag niet aan de onderzijde van een plafond of bovendeksel
n
gemonteerd worden.
Op de ondergrond resp. fundament voor bevestiging van de
n
doseerpomp mogen geen schokken optreden. Trillingvrije en stabiele
montage moet gegarandeerd zijn.
In de directe ruimte van de doseerkop en zuig- en persventielen zal
n
voldoende vrije ruimte aanwezig dienen te zijn om daardoor deze
delen naar behoefte gemakkelijk te kunnen demonteren. De
gezamenlijke benodigde oppervlakte voor installatie en onderhoud
bedraagt ca. 1 m².
De afstand vanaf de zijkant van de doseerpomp tot de wand resp. tot
n
andere pompen of apparaten moet minstens 3 cm bedragen.
Toereikende luchtcirculatie moet gegarandeerd worden.
De maximale omgevingstemperatuur moet aangehouden worden, zie
n
5.2 „Bedrijfsvoorwaarden en grenzen" op pagina 12. Stralings-
warmte van omringende apparaten dient te worden afgeschermd.
Directe zonbestraling moet vermeden worden.
n
De doseerpomp is niet geschikt voor buitenopstelling zolang er geen
n
geschikte maatregelen voor bescherming zijn genomen, om
binnendringen van stof en water in de behuizing te verhinderen.
Bekijk de afmetingen van de boringen voor de bevestigingsbouten bij
n
hoofdstuk 6 „Afmetingen" op pagina 14.
Het draaimoment voor het aantrekken van de bouten voor bevestiging
n
bedraagt 1,5 - 2 Nm.
Doseerpomp monteren
16
Montage voorbeeld
GEVAAR
VOORZICHTIG
7.2 Montage voorbeeld
7.2.1 Montage op wandconsole
Afb. 9: Montage op wandconsole
De doseerpomp wordt vanwege demping van het geluid met behulp van
gummi-elementen op de wandconsole vastgeschroefd. De daarvoor
benodigde materialen zijn bij de wandconsole toegevoegd.
7.2.2 Montage aan de wand
Afb. 10: Montage aan de wand
De doseerpomp kan naast de grondmontage ook zonder aanvullende
componenten direct aan de wand gemonteerd worden. De doseerkop
wordt overeenkomstig gedraaid zodanig dat de stromingsrichting van de
vloeistof door de doseerkop gegarandeerd is.
BA-10120-05-V04
Bedieningsvoorschrift
© Lutz-Jesco GmbH 2020