Faxen
Wat is mijn kiesvoorvoegsel?
Het kiesvoorvoegsel is het nummer of de serie nummers die u moet indrukken voordat u het werkelijke faxnummer of
telefoonnummer kunt kiezen. Als de printer wordt gebruikt in een kantoor of met een PBX-telefoonsysteem (private
branch exchange), kan dit een bepaald nummer zijn dat u moet invoeren voordat u naar buiten kunt bellen. Dit kan
ook een landcode of regiocode zijn die u moet opgeven als u faxen naar een andere regio verzendt. Dit kan erg handig
zijn als u regelmatig faxen verzendt naar hetzelfde land of dezelfde regio. Als u het kiesvoorvoegsel instelt in het
hulpprogramma, voert de printer automatisch het voorvoegsel in wanneer u het faxnummer of telefoonnummer kiest.
U kunt maximaal 8 tekens opgeven als kiesvoorvoegsel. De geldige tekens zijn de cijfers 0-9, de letters P en W (kleine
en hoofdletters) en de tekens hekje (#) en sterretje (*). Als u het kiesvoorvoegsel opgeeft met de faxsoftware, kunt u
ook de tekens min en komma gebruiken.
Opmerkingen:
•
Afhankelijk van de printer die u hebt aangeschaft, zijn sommige tekens mogelijk niet beschikbaar.
•
De tekens kunnen verschillen, afhankelijk van of u het bedieningspaneel van de printer of het toetsenbord van
de computer gebruikt.
Wanneer moet ik Automatisch beantwoorden instellen op Aan?
Automatisch beantwoorden is standaard ingesteld op Aan zodat de printer automatisch faxen ontvangt.
Als de printer is aangesloten op dezelfde lijn als een antwoordapparaat, moet u Automatisch beantwoorden inschakelen
zodat u zowel gesprekken als faxen kunt ontvangen. Zorg ervoor dat het aantal belsignalen dat is ingesteld op het
antwoordapparaat, lager is dan het aantal belsignalen dat is ingesteld op de printer. Hierdoor kunnen de andere
apparaten de gesprekken eerst opnemen. Wanneer een binnenkomende oproep een fax is, kan de printer faxsignalen
detecteren op de lijn en de oproep overnemen.
Welk aantal belsignalen moet ik instellen?
Als de printer een lijn deelt met een antwoordapparaat, moet u de printer zo instellen dat deze opneemt na een hoger
aantal belsignalen dan het antwoordapparaat. Als het antwoordapparaat bijvoorbeeld na vier belsignalen de oproep
aanneemt, moet u de printer instellen op zes belsignalen. Op deze manier neemt het antwoordapparaat eerst oproepen
aan en worden uw gesprekken ontvangen. Als een oproep een fax is, detecteert de printer het faxsignaal op de lijn en
neemt de oproep over.
Als de printer zich op een aparte faxlijn bevindt, kunt u elk gewenst aantal belsignalen instellen voor de printer.
97