Tijdens scannen
1
Plaats het originele document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
>Scannen >
>Netwerkmap >
OK
3
Druk op de pijl naar links of rechts om naar de naam van de gewenste gedeelde netwerkmap te scrollen en druk
op
.
OK
4
Blader met de pijl omhoog of omlaag naar de gewenste scanoptie en druk op de pijl naar links of rechts om de
gewenste instelling op te geven.
5
Stel de kleur, kwaliteit, het formaat van de originele afbeelding en andere scanopties in. Druk zo nodig op
keer nadat u een selectie hebt gemaakt.
6
Druk op
.
Opmerking: Voor Macintosh-gebruikers: mogelijk moet u scannen naar uw computer via Fotolader inschakelen als u
documenten wilt scannen met een netwerkprinter en de uitgevoerde scans wilt opslaan.
Snelkoppeling voor een netwerkmap toevoegen
1
Maak op uw computer een gedeelde map met lezen/schrijven-toegang.
2
Typ in een webbrowser uw IP-adres en druk op Enter.
3
Blader naar een van de volgende locaties:
•
Instellingen >Scannen naar netwerkmap instellen
•
Instellingen >Snelkoppelingen beheren >Nieuw snelkoppeling toevoegen >Scannen naar netwerk
4
Voer de benodigde informatie in en klik op Toevoegen.
Opmerking: Als u wilt voorkomen dat wijzigingen niet worden opgeslagen in uw instellingen, moet u ervoor zorgen
dat de naam van de snelkoppeling naar de netwerkmap anders is dan die van de mapnaam.
Scannen naar een flashstation of geheugenkaart
Opmerkingen:
•
sommige functies zijn alleen beschikbaar op bepaalde modellen.
•
Controleer of uw flashstation of geheugenkaart niet is beveiligd tegen schrijven.
1
Plaats het originele document met de bedrukte zijde omhoog in de ADI of met de bedrukte zijde omlaag op de
glasplaat.
2
Blader op het bedieningspaneel van de printer naar:
> Scannen >
> Geheugenapparaat
OK
3
Plaats het flashstation of geheugenkaart in de printer en druk op
Opmerking: De printer leest per keer slechts één geheugenapparaat.
OK
.
OK
67
elke
OK