Een basisinstelling oproepen uit
het registratiegeheugen
1.
Druk op bs BANK om de bank te selecteren
die de instelling bevat die u wilt oproepen.
2.
Gebruik de toetsen bt 1 t/m cm 4 om het
gebied te selecteren waarvan u de
basisinstelling wilt oproepen.
De basisinstelling wordt uit het registratiegeheugen
opgeroepen en de instellingen van het Digitale Keyboard
worden automatisch hiermee in overeenstemming
geconfigureerd.
Basisinstelling 6-1 opgeroepen
R e c a l l
• De noten die door het toetsenbord worden weergegeven
kunnen stoppen als u een basisinstelling oproept die een
verandering veroorzaakt in de octaafverschuiving (pagina
NL-15). Om te voorkomen dat dit gebeurt, dient u ofwel een
basisinstelling te selecteren die geen veranderingen
veroorzaakt bij de instelling van de octaafverschuiving of u
dient het pedaal ingetrapt te houden (waardoor noten die
op dat moment weergegeven worden langer worden
aangehouden).
Opslaan van basisinstellingen voor het toetsenbord in het registratiegeheugen
Bank 6
Overschrijven van specifieke
instellingen blokkeren
(Blokkeerfunctie)
Bij het oproepen van de basisinstelling-gegevens die met een
van de gebiedtoetsen (1 t/m 4) zijn geregistreerd, worden
gewoonlijk de corresponderende instellingen van het Digitale
Keyboard overschreven door de opgeroepen instellingen. Met
de blokkeerfunctie kunt u het overschrijven van specifieke
ingestelde items bij het oproepen van de basisinstelling-
gegevens blokkeren.
1.
Houd bs BANK lang ingedrukt om de
blokkeerfunctie beurtelings in of uit te
schakelen.
Blokkeerfunctie is ingeschakeld.
■ Ingestelde items die geblokkeerd zijn
• Tonen
• Ritmes
• Automatische harmonisatie/Arpeggiator
• Tempo
• Pedalen
• Transponeren
• Toonschalen
• Splitspunt
• Effecten
Specificeren van items die niet veranderd
mogen worden (overschrijven uitgeschakeld)
wanneer u registratiegegevens oproept
Zie functienr. 27 onder "Functies van de FUNCTION toets
(cs)" (pagina NL-40).
■ Opslaan van registratiegegevens op externe
apparatuur
Zie pagina NL-46 voor details betreffende de methode voor
het overbrengen van samplinggegevens naar een computer
voor opslag.
NL-35