7.18.4
Signaalbronnen
De bedieningsterminal toont de rijsnelheid [km/h] en past het toerental van de zaaias aan op de
wisselende rijsnelheid. De zaaihoeveelheid [kg/ha] blijft ook bij wisselende rijsnelheden onveranderd.
Bij een correcte instelling worden snelheidsverschillen van 50% naar boven of naar beneden
aangepast.
Bij opgetilde machine, bijv. bij keren aan het eind van het veld, blijft de zaaias automatisch staan.
Zodra de machine na het keren in de werkstand is gezakt, begint de zaaias weer te draaien.
Voor de weergave heeft de bedieningsterminal 5.2 de volgende 3 signalen nodig:
Werkelijke rijsnelheid [km/h]
Machine bevindt zich in de werkstand (bijvoorbeeld hefsignaal van de tractor)
Machine bevindt zich in de transportstand (bijv. hefsignaal van de tractor).
De signaalbron moet in het programmeermenu worden ingesteld (zie hoofdstuk "Signaalbronnen",
pagina 101).
7.18.4.1 Tractorsignaalcontactdoos (7-polig)
De signaalkabel (1) draagt de 3 signalen van de
7-polige tractorsignaalcontactdoos over naar de
bedieningsterminal.
De signaalkabel op de 12-polige signaalcontact-
doos (1) van de bedieningsterminal aansluiten.
GreenDrill BAH0054-9 11.17
GreenDrill-bedieningsterminal 5.2
93