Inhoudsopgave
Advertenties
Opbouw en werking
4
Opbouw en werking
De GreenDrill wordt gebruikt voor het zaaien van tussengewassen en het nazaaien van gras.
Het door de zaaiwielen gedoseerde zaaigoed wordt in de zaaigoedslangen (1) getransporteerd.
Een elektrisch of hydraulisch aangedreven turbine (2) genereert de luchtstroom voor het transport van
het zaaigoed. De GreenDrill GD500-D wordt door de turbine van de draagmachine gevoed. En het
werkgebied van de in de grond werkende werktuigen van de grondbewerkingsmachine wordt het
zaaigoed met botsplaten (3) uitgebracht.
De zaaigoedtank (4) heeft afhankelijk van de uitvoering een volume van 200 of 500 liter. De
zaaigoedtank en de doseerunit vormen een gesloten systeem onder druk.
De dosering gebeurt via een zaaias met zaaiwielen in het doseerhuis (5). Een 12 V-elektromotor drijft
de zaaias aan.
De in 2 uitvoeringen leverbare bedieningsterminal voor de GreenDrill wordt vanuit de
bestuurdersplaats in de tractorcabine bediend.
Via de bedieningsterminal 3.2 worden de zaaias en de turbine in- en uitgeschakeld. Het toerental van
de zaaias kan worden ingesteld.
De bedieningsterminal 5.2 heeft een keuzemenu, bijvoorbeeld voor de ondersteuning bij het
kalibreren.
Voor het weergeven van de rijsnelheid, het bewerkte oppervlak en de werkuren is de aansluiting van
de bedieningsterminal 5.2 op de 7-polige signaalcontactdoos van de tractor of het radar- of GPS-
apparaat nodig.
De bedieningsterminal toont dan de rijsnelheid [km/h] en past het zaaiastoerental aan op de
wisselende rijsnelheid. De zaaihoeveelheid [kg/ha] blijft ook bij wisselende rijsnelheden onveranderd.
Bij een correcte instelling worden snelheidsverschillen van 50% naar boven en naar beneden
aangepast. Ook het keren op de wendakker verloopt automatisch.
30
GreenDrill BAH0054-9 11.17
Advertenties
Inhoudsopgave
