Instellingen voor inbedrijfname
5
Instellingen voor inbedrijfname
40
GEVAAR
Gevaar voor bekneld raken, schuren, snijden, afsnijden,
vastgrijpen, opwikkelen, naar binnen trekken, vastgrijpen en
stoten door
onbedoeld zakken van de door de 3-puntshydraulica van de
tractor opgeheven machine.
onbedoeld zakken van opgeheven, onbeveiligde onderdelen
van de machine.
onbedoeld starten en wegrollen van de tractor/machine
combinatie.
Vóór werkzaamheden aan de machine
de combinatie uitklappan (indien nodig)
de componenten van de machine uitschakelen
wacht de stilstand van de machine af
de combinatie op een stevige vlakke ondergrond plaatsen
de bedieningsterminal uitschakelen.
Gevaar voor ongevallen door onbedoeld in beweging zetten van
de doseerunit of andere machinecomponenten door
radarimpuls.
Trek de handrem aan, zet de tractormotor af en trek de
contactsleutel uit het slot.
Tractor en machine tegen onbedoeld starten en wegrollen
beveiligen.
Ga nooit onder een opgelichte, niet-beveiligde machine.
Monteer de veiligheidsvoorzieningen die u vóór de reinigings-,
service en onderhoudswerkzaamheden heeft verwijderd.
Vervang defecte veiligheidsvoorzieningen door nieuwe.
GEVAAR
Gevaar voor bekneld raken, snijden, vastgrijpen, naar binnen
trekken en stoten vanwege het ontbreken van verkeers- en
gebruiksveiligheid.
Vóór elke inbedrijfstelling moeten de machine en de tractor op
verkeers- en bedrijfsveiligheid worden gecontroleerd.
GEVAAR
Adem het giftige stof van ontsmettingsmiddel niet in en laat het
niet in contact komen met het lichaam.
Bij het vullen en leegmaken van de zaaigoedtank bij het kalibreren en
verwijderen van ontsmettingsmiddelstof, bv. met perslucht, draagt u
een beschermend pak, een veiligheidsmasker, een veiligheidsbril en
handschoenen.
GreenDrill BAH0054-9 11.17