Inhoudsopgave
Advertenties
4.3
Turbine
De turbine genereert een luchtstroom, die het te doseren product naar de botsplaten transporteert.
Met een toenemend turbinetoerental wordt de luchtstroom krachtiger.
Voor een optimale verdeling van het zaaigoed is een krachtige luchtstroom nodig. Een te sterke
luchtstroom kan het zaaigoed op de botsplaten beschadigen. Een te zwakke luchtstroom heeft
verstopping in de zaadleidingslangen tot gevolg.
De turbine wordt aangedreven door een elektromotor of een hydromotor.
4.3.1
Elektrische turbine-aandrijving
Wanneer uw machine met de elektrische turbine-aandrijving is uitgerust, dient de bedieningsterminal
voor het in- en uitschakelen van de elektrische turbine-aandrijving en,
voor het instellen van het turbinetoerental
met bedieningsterminal 3.2, zie hoofdstuk "Turbinetoerental instellen", pagina 55
met bedieningsterminal 5.2, zie hoofdstuk "Turbinetoerental instellen", pagina 80.
Neem het voorlopige turbinetoerental uit de tabel.
De tabelwaarden zijn richtwaarden en
afhankelijk van de/het
Zaaigoed (korrelgrootte en gewicht)
Afgifte
Werkbreedte
werksnelheid.
Stel het turbinetoerental in op de tabelwaarde en controleer het strooibeeld op het veld.
Optimaliseer het strooibeeld door aanpassen van het turbinetoerental.
Het turbinetoerental verandert niet bij een veranderende werksnelheid. Om te waarborgen dat het
strooibeeld tijdens het werken niet verandert, houdt u het gekozen turbinetoerental constant.
GreenDrill BAH0054-9 11.17
Werkbreedte
Grofzaaiwielen Fijnzaaiwielen
3,0 m
3000-3100
6,0 m
3400-3500
12,0 m
4200-4300
Turbinetoerental [min-1]
Opbouw en werking
Zaad met
1400-2900
1550-3300
1650-4000
37
Advertenties
Inhoudsopgave
