GreenDrill-bedieningsterminal 3.2
6.4
Kalibratie
1. Breng de machine in gereedheid voor het kalibreren (zie hoofdstuk 5.6, pagina 46).
2. Controleer, of de juiste zaaiwielen zijn gemonteerd.
3. Vul de zaaigoedtank (zie hoofdstuk 5.5, pagina 45).
4. Stel de bezem op het zaaigoed in (zie hoofdstuk 4.1.3, pagina 35).
5. Bepaal het zaaiastoerental (zie hoofdstuk 6.3, pagina 53).
6. de bedieningsterminal inschakelen (zie hoofdstuk 6.2.1, pagina 52).
7. Het vastgestelde zaaiastoerental (bijv. 50 [%]) met behulp van de toetsen
bedieningsterminal invoeren.
8. Start de kalibratie:
Toets
indrukken, vasthouden en toets
De zaaias draait exact één minuut lang.
9. Weeg de bij het kalibreren opgevangen hoeveelheid zaaigoed en vergelijk dit met de gewenste
hoeveelheid zaaigoed.
Voorbeeld:
Gewenste afgifte: 1,62 kg/min.
Werkelijke afgifte: 1,46 kg/min. (bij zaaiastoerental 50%).
De werkelijke afgifte is 10% minder dan de gewenste afgifte.
Het zaaiastoerental met 10% tot 55% verhogen.
10. Herhaal de kalibratie totdat de gewenste afgifte is bereikt.
54
Schakel de turbinemotor en de zaaiasmotor uit.
De turbine kan niet worden ingeschakeld bij het kalibreren.
indrukken
De kalibratie kan voortijdig door indrukken van één van de toetsen
en
worden beëindigd.
in de
GreenDrill BAH0054-9 11.17