3
Druk op
laten oplichten.
Om het laatste gegevensscherm terug te stellen,
laat u GEEN GEGEVENS oplichten en drukt u
op OK waarna u een programma opneemt.
4
Druk op OK.
De laatste gegevens in het geheugen van de videorecorder verschijnen.
Tips
• In één lijst kan informatie voor maximum 24 programma's worden opgeslagen.
• Tijdens het opnemen kunt u het SMART SEARCH scherm laten verschijnen met behulp van
de SMART SEARCH toets. Om te stoppen met opnemen, drukt u op SMART SEARCH om
eerst het SMART SEARCH scherm te laten verdwijnen. Druk dan op STOP.
Opmerkingen
• Deze functie is alleen beschikbaar als de klok is ingesteld.
• Afhankelijk van de cassette kan de totale of resterende duur niet correct worden opgegeven.
• Als een kort programma wordt opgenomen (korter dan 12 minuten in SP mode, of 24
minuten op LP mode), kan de Smart Search functie niet beschikbaar zijn of de programma
informatie zelfs niet verschijnen. Tevens indien eerst een lange opname wordt maakt en
daarna direct een korte opname, kan de SMART SEARCH informatie verwijdert zijn.
• Een blanco ruimte wordt gemeten vanaf het einde van het laatst opgenomen programma tot
het einde van de cassette. Als u echter de cassette uitwerpt en vervolgens een nieuwe opname
maakt op dezelfde cassette, verschijnen vooraf opgenomen programma's als blanco ruimte.
• Als er geen informatie is opgeslagen in het geheugen van de videorecorder, verschijnt
LAATSTE GEGEVENS niet in het SMART SEARCH scherm.
• Indien de tape wordt verwisseld voor een andere tape en je selecteert
GEGEVENS
gereset worden door
programma wordt gestart.
72
Zoeken met de Smart Search functie
M/m
om LAATSTE GEGEVENS te
, is het niet mogelijk om een goede opname te maken. Eerst moet de data
GEEN GEGEVENS
SMART SEARCH
DATUM
2
8
. 9
2
9
. 9
3
0
. 9
1 . 1
0
KIEZEN
:
INSTELLEN :
te selecteren voordat de recording van een nieuw
18 0
MIN.
TIJD
PROG.
1 9 : 0 0 2 0 : 0 0
35
1 4 : 0 0 1 5 : 0 0
FGH
2 0 : 0 0 2 1 : 0 0
AAB
6 : 3 0
7 : 0 0
IJK
GEEN GEGEVENS
LAATSTE GEGEVENS
OK
VERLATEN :
SMART SEARCH
LAATSTE