Venkon XL
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
7.2
Regeling elektromechanisch, Venkon XL
7.2.1 Aansluiting (* 00 of 00D), Venkon XL
Afb. 17: Aansluitdoos van het klittenband af-
trekken
Schakelbeschrijving
In de fabriek gemonteerde actoren zijn op de klem aangesloten. Voor bouwzijdige ventielaandrijvingen zijn passende
steunklemmen verkrijgbaar.
De toegepaste EC-ventilatoren kunnen met een 0-10 V DC-signaal traploos via het toerental worden aangestuurd. De
„intelligente" motorelektronica detecteert een eventueel ontstane motorstoring en schakelt de ventilator automatisch
uit.
Afb. 18: Aansluitdoos Venkon XL
Let op de volgende punten in de onderstaande aanlegschema's voor XL met elektromechanische regeling:
Let op de gegevens over types en aanleg van leidingen met inachtneming van VDE 0100.
Zonder *: NYM-J. Het noodzakelijke aantal aders incl. beschermgeleider is op de leiding aangegeven. Doorsneden zijn
niet aangegeven, omdat de leidinglengte in de berekening van de diameter wordt opgenomen.
Met *: J-Y(ST)Y 0,8mm. Uit de buurt van sterkstroomleidingen aanleggen.
Bij gebruik van andere kabeltypes moeten deze ten minste gelijkwaardig zijn.
De aansluitklemmen van het apparaat zijn geschikt voor een maximale aderdiameter van 2,5 mm².
Bij toepassing van aardlekschakelaars wordt type F aanbevolen. Houd bij het ontwerp van de ontwerplekstroom reke-
ning met de voorschriften in DIN VDE 0100, deel 400 en 500.
Bij het ontwerp van de netvoeding en beveiliging ter plaatse moet met de elektrische specificaties [} 39] rekening
worden gehouden.
40
De aansluitdoos voor de elektromechanische regeling kan voor de elektrische in-
stallatie middels klittenbandverbinding van de zijkant van het basisapparaat
worden afgetrokken. Voor het openen van de aansluitdoos hoeft alleen het
kunststofdeksel te worden verwijderd.