Venkon XL
Montage-, installatie- en gebruikershandleiding
6.5.5 Aansluiting, bouwzijdige buisaanleg
6.5.6 Condensaataansluiting
6.5.6.1
Condensaatafvoer met natuurlijk afschot
Een bouwzijdige condensaatafvoer moet op een condensaatafvoerstomp van de Venkon worden aangesloten (afmeting van
de afvoer 15 mm/0,6 inch) en overeenkomstig worden bevestigd. Om de condensaatafvoer vanaf het basisapparaat te garan-
deren, moet het afschot ten minste 1% bedragen en onbeperkt en zonder stijgende buisdelen verlopen (volgens DIN EN
12056; oud: DIN 1986-100). Zorg voor een horizontale montage van het basisapparaat. Als dit niet mogelijk is: monteer het
apparaat slechts met een licht afschot richting de condensaatafvoer, omdat condensaat anders in de hoofdcondensaatbak
blijft staan. Bij aansluiting van de condensaatafvoerleiding op het riool moeten de toepasselijke voorschriften worden opge-
volgd, bv. het gebruik van een kogelsifon. De sifon moet tegen uitdrogen worden beschermd. Door de zuigwerking van de
ventilator op de condensaatafvoerstomp zou anders stankoverlast kunnen ontstaan. Afhankelijk van het gebruikte bouwzijdi-
ge buismateriaal voor de condensaatafvoer is evt. een dampdiffusiedichte isolatie noodzakelijk. Als een natuurlijk afschot ter
plaatse niet mogelijk is, moet een condensaatpomp (optioneel accessoire) worden gebruikt. Daarmee wordt het condensaat
naar hoger gelegen opvang- of afvoervoorzieningen geleid.
Bij bestelling wordt de condensaatpomp met de vlotterschakelaar in de fabriek aan het apparaat gemonteerd.
34