U kunt de druklimiet als volgt aanpassen:
1. Druk op
2. Druk op de pijltoetsen om
3. Druk op enter om het scherm Druklimiet te openen.
4. Druk op de pijltoetsen om de druklimiet te verhogen of verlagen.
5. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
6. Druk op
7. Druk op OK om de instelling te bevestigen.
WAARSCHUWING
Om de aanwezigheid van lucht te voorkomen en om de tijd die de pomp
nodig heeft om een occlusie te herkennen en een alarm te laten afgaan
tijdens het langzaam toedienen (bijv. minder dan 5 mL per uur en vooral
bij snelheden van minder dan 0,5 mL per uur) zo kort mogelijk te houden:
Overweeg om een drempel voor de occlusiedruk in te stellen en pas die
aan wanneer dat nodig is. Hoe lager de ingestelde drempel voor de
occlusiedruk, hoe korter de tijd die nodig is voor detectie van een
occlusie. Wanneer er echter viskeuze of dikke vloeistoffen (bijvoorbeeld
lipiden) worden toegediend, kan het nodig zijn de instelling voor de
occlusiedrukdrempel aan te passen om het aantal valse alarmen te
verminderen.
Gebruik de kleinste spuitmaat die nodig is voor het toedienen van de
vloeistof. Hierdoor worden de hoeveelheid wrijving en de compliantie
(stijfheid) van de plunjerkop van de spuit geminimaliseerd. Omdat
spuitpompen vloeistoffen toedienen door de plunjer nauwkeurig aan
te sturen, wordt met kleinere spuiten een nauwkeurigere
vloeistoftoediening bereikt dan met grotere spuiten.
Gebruik de vulfunctie op de pomp bij het vervangen van de spuit en/of
de lijnen.
Gebruik een verlengleiding met het kleinst mogelijke interne volume of
de minst mogelijke dode ruimte.
.
om de DPS-functie in of uit te schakelen (optioneel).
45
te selecteren.