6.4
Een spuit installeren
WAARSCHUWING
Dit mag alleen worden uitgevoerd wanneer er geen patiënt is aangesloten.
1. Sluit de verlengleiding aan
op de spuit zoals in uw
ziekenhuis gebruikelijk is.
2. Controleer dat er geen
luchtbellen in de spuit
aanwezig zijn.
3. Controleer vóór gebruik dat de spuit niet beschadigd is.
4. Open de spuitklem [A].
5. Plaats de spuit in de houder
met de spuitvleugels
correct gepositioneerd in de
daarvoor bedoelde
uitsparing
6. Zet de spuit vast met de
spuitklem [A].
7. Duw de ontgrendeling [B]
omlaag en beweeg de
plunjerdriver zachtjes naar
links, totdat deze de
plunjerkop raakt.
.
27
A
A
B