Inhoudsopgave
Advertenties
4. Houd de toets
5. Laat de toets
6. Controleer de verlengleiding op luchtbellen.
7. Indien nodig kan er een nieuw vulproces worden uitgevoerd door op
de toets
Druk op OK.
Houd de toets
Laat de toets
WAARSCHUWING
Vul de spuitpomp elektronisch voordat u een voeding start of nadat
u een bijna lege spuit hebt vervangen door een nieuwe.
Controleer of de stroom naar de patiënt is uitgeschakeld en gebruik de
vulfunctie op de spuitpomp (als deze beschikbaar is) om eventuele
mechanische speling in het systeem te verwijderen.
Door de vulfunctie van de spuitpomp te gebruiken, worden de
mechanische componenten van de pomp voorbereid en nemen de
wrijving en de compliantie (stijfheid) van de spuit af, waardoor
vertragingen tijdens het opstarten en eventuele onnauwkeurigheden in
de toediening worden geminimaliseerd, met name bij een lage
toedieningssnelheid.
Als de vulfunctie van de spuitpomp na het vervangen van de spuit en/of
de lijnen niet elke keer wordt gebruikt, kan er een aanzienlijke
vertraging optreden in de opstarttijd van de voeding en kunnen er
onnauwkeurigheden ontstaan in de toediening.
Verzeker u ervan dat de verlengleiding tijdens het vullen niet is
aangesloten op de voedingssonde.
INFORMATIE
Vullen kan alleen worden uitgevoerd voordat de voeding wordt gestart.
De toets
is niet actief wanneer het menuscherm wordt
weergegeven.
Tijdens het vullen wordt het occlusiedrukniveau ingesteld op de
maximumwaarde van 900 mmHg/120 kPa/17,4 psi.
Er kan met maximaal 5 mL worden gevuld. Als u meer dan 5 mL wilt
gebruiken, moet u de toets
vullen opnieuw te starten.
ingedrukt om het systeem te vullen.
los om het vullen te beëindigen.
te drukken.
ingedrukt om het systeem te vullen.
los om het vullen te beëindigen.
41
loslaten en opnieuw indrukken om het
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
