8.2
Druk
Symbool
Procedure
Het drukniveau moet worden aangepast op basis van de viscositeit van
de toegediende vloeistof.
De druklimiet van de pomp wordt vooraf gedefinieerd in de pompopties
met een van de volgende modi:
3 niveaus (laag
De druklimiet kan worden ingesteld met deze 3 vooraf gedefinieerde
waarden.
Variabel
De druklimiet kan worden aangepast binnen een vooraf bepaald
bereik.
Wanneer de druklimiet wordt bereikt, wordt er een occlusiealarm
gegenereerd. U moet het alarm uitzetten, de occlusie verhelpen en de
voeding opnieuw starten.
Om de drukinstellingen te raadplegen, zie paragraaf 15.5, pagina 77.
WAARSCHUWING
Bij het aanpakken of verhelpen van een occlusie:
Zorg ervoor dat de vloeistofstroom naar de patiënt toe is
uitgeschakeld om onbedoelde toediening van een bolus te
voorkomen. Een occlusie kan druk uitoefenen op de voedingslijn en
spuit, wat een onbedoelde vloeistofbolus kan veroorzaken wanneer
de occlusie wordt opgeheven. Koppel de lijnen los of laat de extra
druk ontsnappen via een afsluitkraan (indien aanwezig) om deze
extra bolus te voorkomen. De zorgprofessional moet de relatieve
risico's van het loskoppelen afwegen tegen de risico's van toediening
van een onbedoelde bolus vloeistof.
Houd er rekening mee dat er bij gebruik van een grotere spuit met een
hogere ingestelde plunjerkracht een grotere bolus na de occlusie kan
optreden als gevolg van de overmatige compliantie van de
spuitplunjerkop.
De druklimiet aanpassen
, medium
, hoog
44
).