222
Verzorging van de auto
● Let erop dat het reservewiel vast‐
zit door de conische vlakken van
de bouten bij gebruik van de wiel‐
bouten voor lichtmetalen velgen.
In het gegeven geval maken de
ringen geen contact met het
reservewiel.
1. Maak de wielboutkappen los met
de wieldopverwijderaar.
Boordgereedschap 3 211.
Stalen velgen met dop: Verwijder
de wieldop.
2. Plaats de wielsleutel en draai elke
wielbout een halve slag los.
De wielen kunnen met wielborg‐
moeren beschermd zijn. Zet voor
het losdraaien van deze speci‐
fieke moeren eerst de adapter op
de moerkop voordat u de wiel‐
sleutel erop zet. De adapter ligt in
de gereedschapstas 3 211.
3. Zorg ervoor dat de krik correct
onder het juiste kriksteunpunt
staat.
4. Krik van tevoren op de vereiste
hoogte instellen. Hem vervolgens
dusdanig onder het kriksteunpunt
zetten dat deze niet kan wegglij‐
den.