160
Rijden en bediening
Rijd voor- en achteruit en let daarbij
op de waarschuwingen van de
parkeerhulp totdat de manoeuvre is
afgerond.
De manoeuvre is voltooid wanneer de
voorwielen van de auto de parkeer‐
plek hebben verlaten.
Controleer na deactivering of u de
auto weer onder controle hebt.
Displayweergave
De instructies op het display tonen:
● algemene tips en waarschu‐
wingsberichten
● het verzoek om te stoppen
wanneer een parkeerplek is
gevonden
● de richting waarin u rijdt om in te
parkeren
● het verzoek tot inschakelen van
de achteruit- of eerste versnelling
● het verzoek tot stoppen of tot
langzaam rijden
● het goed inparkeren, aangege‐
ven door een pop-upsymbool en
een geluidssignaal
● het annuleren van een inparkeer‐
manoeuvre
Uitschakelen
De actuele parkeermanoeuvre is te
annuleren via de knop om terug te
keren naar het voorgaande scherm
van het Info-Display. Om het systeem
helemaal uit te schakelen moet u op
S in de middenconsole drukken.
Het systeem wordt automatisch
gedeactiveerd:
● bij uitschakeling van het contact
● bij het uitvallen van de motor
● als u niet binnen 5 minuten na
selectie van een bepaalde
parkeermanoeuvre aan de
manoeuvre begint
● bij langdurige stilstand van de
auto tijdens een manoeuvre
● bij activeren van de richtingaan‐
wijzer aan de andere kant van die
van de manoeuvre
● als de elektronische stabiliteits‐
regeling wordt getriggerd
● als de rijsnelheid de aangegeven
limiet overschrijdt
● wanneer de bestuurder de stuur‐
wielbeweging afbreekt
● na tien manoeuvres bij in- of
uitparkeren bij fileparkeren of
zeven manoeuvres bij haaks
inparkeren
● door het openen van het bestuur‐
dersportier