Lane keep assist
Lane keep assist ondersteunt de
bestuurder bij het voorkomen dat de
rijstrook onbedoeld wordt verlaten.
De frontcamera observeert bermen,
evenals de rijstrookmarkeringen
waartussen de auto rijdt. Als de auto
een berm of een rijstrookmarkering
nadert, wordt het stuurwiel licht
verdraaid zodat de auto weer binnen
de rijstrook komt. De bestuurder voelt
dan dat het stuurwiel draait. Draai het
stuurwiel in dezelfde richting als het
systeem niet voldoende stuurt. Draai
het stuurwiel rustig in de tegenover‐
gestelde richting als u van rijstrook
wilt wisselen.
Wanneer het systeem stuurt om de
rijrichting van de auto te corrigeren,
knippert L geel op de instrumen‐
tengroep.
Het systeem detecteert geen onbe‐
doeld verlaten van de rijstrook
wanneer de richtingaanwijzers
worden bediend en gedurende
enkele seconden na het uitschakelen
van de richtingaanwijzers.
Als het systeem waarneemt dat het
stuurwiel niet voortdurend wordt vast‐
gehouden, onderbreekt het de corri‐
gerende beweging. Een waarschu‐
wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center en een geluidssignaal
waarschuwen wanneer er onmiddel‐
lijke actie van de bestuurder vereist
is.
Als de auto is uitgerust met actieve
dodehoekdetectie, wordt de onder‐
breking van de rijstrookcorrectie
mogelijk geannuleerd.
Dodehoeksysteem 3 162.
Let op
Het systeem kan worden uitgescha‐
keld als het wegen waarneemt die te
smal, te breed of te kronkelig zijn.
Aan de volgende voorwaarden moet
zijn voldaan:
● de rijsnelheid moet tussen
65 km/h en 180 km/h liggen
● de bestuurder moet het stuurwiel
vasthouden
● de richtingaanwijzers zijn niet
ingeschakeld
Rijden en bediening
● de elektronische stabiliteitsrege‐
ling is geactiveerd maar werkt op
dat moment niet
● er is geen stekker op de aanslui‐
ting van de trekhaak aangesloten
● normaal rijgedrag (het systeem
detecteert een sportieve rijstijl,
d.w.z. bediening van het rempe‐
daal of het gaspedaal)
● wegen met goede rijstrookmar‐
keringen
● er is geen reservewiel gemon‐
teerd
● de auto maakt geen scherpe
bocht
169