18
Sleutels, portieren en ruiten
Inschakelen
Druk op b op de handzender of raak
de sensor op de kruk van het bestuur‐
dersportier binnen 3 seconden twee‐
maal aan.
Diefstalalarmsysteem
Het alarmsysteem is gecombineerd
met het vergrendelingssysteem.
Het bewaakt:
● portieren, achterklep, motorkap
● interieur en aangrenzende baga‐
geruimte
● ontsteking
Activering
Alle portieren, de bagageruimte en de
motorkap moeten gesloten zijn.
De elektronische sleutel mag niet in
de auto blijven.
Het systeem gaat 45 seconden na het
vergrendelen van de auto werken.
Als een portier, de achterklep of de
motorkap niet goed dichtstaat, wordt
de auto niet vergrendeld. Het diefstal‐
alarmsysteem wordt echter na
45 seconden automatisch ingescha‐
keld.
Let op
De automatische vergrendeling van
de auto activeert niet het diefstala‐
larmsysteem.
Vergrendel om het diefstalalarmsys‐
teem te activeren de auto met
behulp van de handzender of door
de sensor op de kruk van het
bestuurdersportier aan te raken.
Centrale vergrendeling 3 10.
Let op
Bij wijzigingen in het interieur, zoals
het gebruik van stoelhoezen en bij
open ruiten, werkt de bewaking van
het interieur wellicht minder goed.