gis
4.2.1
4.2.2
Instructiehandleiding SGE
Doorspoelen met water
1. Sluit water aan op het vulpunt van pompstation
2. Sluit een aftapslang aan op het aftappunt
3. Open de beide kranen van vul- en aftappunt
4. Open de waterkraan.
5. Laat het systeem zolang spoelen tot er geen vervuiling meer uit de
aftapslang komt.
6. Sluit daarna de watertoevoer
7. Haal het resterende water uit het syteem.
8. Nu kunt u het syteem met glycol vullen.
Vullen met glycol
1. Plaats de slang van de glycolpomp in de met glycol gevulde jerrycan.
2. Zet de pomp op de jerrycan.
3. Sluit de slang van de glycolpomp aan op de inlaatcombinatie van het
pompstation.
4. Open kraan van de inlaatcombinatie.
5. Stop de stekker van de glycolpomp in het stopcontact.
6. Zet de glycolpomp aan met de AAN/UIT-schakelaar van de glycolpomp.
7. Zet de glycolpomp uit zodra de drukmeter op het pompstation begint op te
lopen.
8. Ontlucht het systeem volledig met ontluchter (26, zie aansluitschema).
9. Sluit de ontluchter als er geen meer lucht uitkomt.
10. Zet de pomp aan via het servicemenu (11.10.2 "Aanzetten van solar
pomp").
Opmerking
Om ervoor te zorgen dat het zonnesysteem goed gevuld wordt kan de pomp
in het zonnesysteem via het servicemenu gedurende 2 minuten aangezet
worden.
11. Herhaal stap 6 tot en met 9 totdat er glycol uit de ontluchter (26) loopt.
Opmerking
Wanneer een installatie niet voorzien is van een terugloopsysteem (drain-
back) dient de installatie op druk afgevuld te worden (1,5 bar).
Wanneer een installatie is voorzien van een terugloopsysteem (drain-back)
dient de installatie niet op druk afgevuld te worden. Zie voor het monteren,
vullen en aftappen van een terugloopsysteem de installatie- en
gebruikershandleiding van de zonnecollectoren.
12. Zet de glycolpomp uit.
13. Sluit kraan van de inlaatcombinatie en ontkoppel de glycolpomp (inclusief
slangen).
Opmerking
De glycol in de vulslang dient u milieuvriendelijk en volgens de geldende
voorschriften af te voeren.
49