2
Legenda
Niet vermelde nummers zijn niet
van toepassing.
1.
kap
2.
warmwateruitlaat
3.
elektrisch aansluitblok
4.
besturing
5.
drukschakelaar
6.
bedieningspaneel
7.
temperatuursensor T
8.
branderkamer
9.
anode
10.
tank
11.
warmtewisselaar
12.
inspectie- en
reinigingsopening
13.
temperatuursensor T
14.
koudwaterinlaat
15.
aftapkraan
16.
gasblok
17.
brander
18.
ventilator
19.
luchttoevoerslang
20.
gloeiontsteker
21.
ionisatiepen
22.
rookgasafvoerpijp
23.
sifon
24.
isolatielaag
29.
pallet
55.
warmtewisselaar (bijv.
zonnesysteem)
56.
temperatuursensor S
58.
rookgasmeetnippel
59.
reduceerventiel
2.3
Opwarmcyclus van
het toestel
14
Werking van het toestel
Dwarsdoorsnede van het toestel
1
2
2
Voor het in- en uitschakelen van de gasbrander wordt gebruik gemaakt van de
watertemperatuur (T
zonnesysteem wordt gebruik gemaakt van het temperatuursverloop (middels T
en S
) in het toestel. In de figuur is T
2
van de besturing van het zonnesysteem de temperaturen S
wordt gemeten in de zonnecollector en S
warmtewisselaar (55).
De overige instellingen die het regelgedrag bepalen zijn:
•
T
set
T
is de ingestelde, gewenste, watertemperatuur op het
set
toestel (10.4.1 "Watertemperatuur instellen via SETPOINT menu"). Zodra
T
lager is dan T
1
zonnesysteem ingeschakeld, echter alleen als de temperatuur van de
verwarmingsvloeistof (S
bij het toestel (sensor S
wordt de verwarming via het zonnesysteem uitgeschakeld. Hierop is één
uitzondering en dat is als T
T
.
set
) bovenin het toestel. Voor het in- en uitschakelen van het
1
de curve. Daarnaast worden ten behoeve
1
tussen de in- en uitgang van
2
wordt de verwarming van het water via het
set
) een bepaalde (instelbare) waarde hoger is dan de
1
) gemeten temperatuur. Zodra T
2
is ingesteld op een hogere waarde dan
solar-limit
gis
en S
gebruikt. S
1
2
= T
= T
1
set
solar-limit
Instructiehandleiding SGE
1
1