Luchtontvochtiger ML420–MLT1400
5 Inbedrijfstelling
De luchtontvochtigers ML420–MLT1400 zijn voorzien van diverse standaardfuncties die moeten worden
ingesteld voor de eerste keer opstarten. Voor sommige functies is aansluiting op externe apparatuur vereist.
Voor sommige functies moet externe apparatuur worden aangesloten. Zie voor details over bedrading
het bedradingsschema.
5.1 Instellingen voor de eerste keer opstarten
5.1.1 Continu ingeschakelde procesluchtventilator
Bij de standaardinstellingen wordt de procesluchtventilator uitsluitend automatisch gestart wanneer
luchtontvochtiging nodig is. Soms is echter een continue procesluchtstroom gewenst, ook wanneer er geen
luchtontvochtiging is vereist.
Zie voor het instellen van een continue procesluchtstroom het bedradingsschema.
5.1.2 Eentrapsvochtigheidssensor
OPMERKING!
Wanneer geen vochtigheidssensor is aangesloten, draait de luchtontvochtiger continu op
maximaal vermogen.
Wanneer een eentrapsvochtigheidssensor is aangesloten, schakelt deze de luchtontvochtiger aan en uit. Een
eentrapsvochtigheidssensor wordt aangesloten conform het bedradingsschema.
Voor continue luchtcirculatie moet continubedrijf van de procesluchtventilator worden
voorgeselecteerd, zelfs wanneer er geen ontvochtiging is vereist. Zie voor meer informatie paragraaf
5.1.1, Continu ingeschakelde procesluchtventilator.
5.1.3 Tweetrapsvochtigheidssensor
OPMERKING!
Wanneer geen vochtigheidssensor is aangesloten, draait de luchtontvochtiger continu op
maximaal vermogen.
Wanneer een tweetrapsvochtigheidssensor is aangesloten, regelt deze de regeneratieluchtverwarming
in twee stappen. De regeneratiekracht wordt geregeld op basis van de meting en het instelpunt van de
vochtigheidssensor. Een tweetrapsvochtigheidssensor wordt aangesloten conform het bedradingsschema.
Voor continue luchtcirculatie moet continubedrijf van de procesluchtventilator worden
voorgeselecteerd, zelfs wanneer er geen ontvochtiging is vereist. Zie voor meer informatie paragraaf
5.1.1, Continu ingeschakelde procesluchtventilator.
5.1.4 Extern storingslampje
Het printplaatdisplay kan worden gebruikt voor een algemene indicatie van onderstaande storingen van
de luchtontvochtiger:
Procesluchtventilator
■
Regeneratieluchtventilator
■
Aandrijfmotor
■
Verwarming
■
190TNL-1035-H1604
Inbedrijfstelling
17