Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Munters ML420 Gebruikershandleiding pagina 16

Inhoudsopgave

Advertenties

Onderdeelnum-
170-013448–005
mer
A
B
L (mm)
ML420
ML690
MLT800
ML1100
ML1350
MLT1400
V V V OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
OORZICHTIG!
De luchtontvochtiger is ontworpen voor gebruik met specifieke procesluchtstromen (overeenkomstig de
geïnstalleerde ventilatorformaten) en mag niet rechtstreeks worden aangesloten op airconditioningsystemen.
De proceslucht- en droge-luchtkanalen moeten dezelfde diameter hebben. Hetzelfde geldt voor de
regeneratielucht- en natte-luchtkanalen.
De lengte van de kanalen moet zo kort mogelijk worden gehouden om statische luchtdrukverliezen tot
een minimum te beperken.
Voor optimale prestaties moeten alle vaste kanaalverbindingen voor proces- en regeneratielucht lucht-
en dampdicht zijn.
De kanalen voor de proceslucht moeten geïsoleerd zijn om te voorkomen dat er zich condens vormt aan
de buitenkant van het kanaal telkens wanneer de temperatuur van de lucht binnen in het kanaal beneden
de dauwpuntstemperatuur van de buitenlucht komt waardoor het kanaal wordt geleid.
De kanalen moeten altijd worden geïsoleerd wanneer er gevaar op bevriezing bestaat.
De natte lucht die de luchtontvochtiger verlaat zal door het hoge vochtgehalte condenseren op de
binnenzijde van de kanaalwanden. Isolatie van de kanalen vermindert de mate van condensvorming.
Horizontale natte-luchtkanalen moeten onder licht afschot worden geïnstalleerd (van de
luchtontvochtiger af) om eventuele condens af te voeren. Op de laagste punten van het
natte-luchtafvoerkanaal moeten geschikte condensafvoeren worden geïnstalleerd, zie Figuur 4.7 .
Zorg bij ontwerp en installatie van kanaalwerk voor voldoende ruimte voor bediening en onderhoud.
Zie voor meer informatie paragraaf 9.1, Afmetingen en benodigde ruimte voor onderhoud.
Om overdracht van geluid en/of trillingen via vaste kanalen te beperken moeten luchtdichte flexibele
verbindingen van goede kwaliteit worden toegepast.
Direct op het apparaat gemonteerde kanalen moeten onafhankelijk worden ondersteund om de
belasting op het apparaat zo laag mogelijk te houden.
Er moeten regelkleppen voor het afstellen van de luchtstroom worden aangebracht in het
luchtafvoerkanaal en het toevoerkanaal voor regeneratielucht. Voor een effectieve werking van
het apparaat zijn correcte luchtstromen van groot belang. Voor instructies over afstelling van de
luchtstromen, zie paragraaf 5.3, Controle en afstelling van de luchtstroom.
De totale drukval in de proces- en regeneratieluchtkanalen mag niet hoger zijn dan de beschikbare druk
van de ventilatoren van de luchtontvochtiger. Zie voor details over de minimaal beschikbare statische
druk paragraaf 9.3, Technische gegevens.
12
170-013448–004
Ø100
Ø125
Zie paragraaf 9.1, Afmetingen en benodigde ruimte voor onderhoud.
210
210
X
X
X
X
Installatie
Luchtontvochtiger ML420–MLT1400
170-013448–003
170-013448–002
Ø160
200
X
X
X
X
170-013448–001
Ø200
Ø250
140
150
X
X
X
X
190TNL-1035-H1604

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ml690Mlt800Ml1100Ml1350Mlt1400

Inhoudsopgave