-
Ontkoppel rustig.
-
U hoeft geen gas te geven,
maar zodra u voelt dat u dit on-
der de knie hebt, en als er vol-
doende ruimte is, kunt u versnel-
len door meer gas te geven in
tweede versnelling.
Naar het einde van de rechte lijn
toe tot stilstand komen:
-
Laat de gashendel los.
-
Trek de koppelingshendel hele-
maal in.
-
Rem.
-
Als u tot stilstand bent geko-
men, schakelt u naar eerste
door de schakelhendel in één
vlotte beweging zover mogelijk
naar beneden in te drukken.
Zodra dit vlot gaat, kunt u tij-
dens het stoppen terugschake-
len naar eerste versnelling.
1.
Start
2.
In tweede schakelen aan 16 km/h
3.
Stop
NODIGE RIJVAARDIGHEID EN PRAKTIJKOEFENINGEN
8c) Lager schakelen van tweede
naar eerste
Oefen als er voldoende ruimte is
met schakelen van tweede naar
eerste.
Verminder op de rechte strook uw
snelheid tot ongeveer 16 km/h.
-
Neem gas terug en trek de
koppelingshendel in.
-
Trap de schakelhendel in om
naar eerste versnelling te scha-
kelen.
-
Ontkoppel rustig.
-
Plaats uw voet terug op de
voetsteun.
8d) Overige versnellingen
Als er voldoende ruimte voor is
kunt u ook naar en uit hogere ver-
snellingen schakelen. Volg dezelfde
procedure en schakel telkens één
versnelling hoger of lager.
Tips voor extra oefeningen
Naargelang u meer ervaring op-
doet, kunt u uw schakelvaardigheid
verder verfijnen en aanwenden om
het voertuig beter in de hand te
houden.
-
Als u een beetje gas bijgeeft
terwijl u lager schakelt en tege-
lijk vlot ontkoppelt kunt u de
motor sneller een toerental la-
ten bereiken dat past bij de
snelheid van het voertuig en
ook vlotter lager schakelen zon-
der dat het achterwiel gaat slip-
pen.
-
Door lager te schakelen ver-
traagt het voertuig als u geen
gas geeft. Men spreekt ook wel
van "remmen op de motor". Om
op de motor te remmen, scha-
kelt u versnelling per versnelling
lager en ontkoppelt u telkens u
schakelt. Houd de koppeling in
de frictiezone tot het toerental
stabiel is en ontkoppel de hen-
del dan helemaal tot u klaar
71