2.
Herinstalleer de vuldop als
volgt:
2.1
Controleer of de V-gleuf
in goede staat is.
2.2
Zorg ervoor dat de rin-
gen correct geplaatst
zijn.
TYPISCH
1.
V-gleuf
TYPISCH
1.
Correcte positie
2.
Foute positie
3.
Sluit het zadel en controleer of
het goed vergrendeld is.
Controle van het remsysteem
De voor- en achterremmen zijn hy-
draulische schijfremmen. Deze
remmen zijn zelf regelend en
moeten niet worden afgesteld.
Het rempedaal moet evenmin
worden afgesteld.
Om de remmen in goede conditie
te houden, controleert u het volgen-
de volgens het ONDERHOUDS-
SCHEMA :
1.
Het gehele remsysteem op
vloeistoflekken
2.
Het rempedaal op sponzig
aanvoelen
ONDERHOUDSPROCEDURES
3.
Overmatige slijtage van de
remschijven en staat van het
schijfoppervlak
4.
Slijtage, beschadigingen en
loszitten van de remblokken.
Modellen ST-S en ST LTD SE5
1.
Maak de grendel onder de
treeplank los.
2.
Draai de treeplank door hand-
matig op het voorste deel te
duwen.
3.
Kantel de treeplank terug tot
het vergrendelt. Het mechanis-
me moet vrij kunnen bewe-
gen.
Raadpleeg een erkende Can-Am
roadster dealer bij problemen met
het remsysteem.
Koplampen
Koplampen richten
1.
Voor toegang tot de koplam-
pen, raadpleegt u LAMPEN in
het onderdeel VERVANGEN
VAN ZEKERINGEN EN LAM-
PEN .
2.
Zet het voertuig 10 m voor een
testoppervlak zoals afgebeeld.
A.
10 m
131