6.
Gesprongen zekering.
Controleer de toestand van de zekering (zie VERVANGEN VAN
-
ZEKERINGEN EN LAMPEN in dit onderdeel).
7.
De transmissie staat in een versnelling (model SE5).
-
Duw het rempedaal in als een versnelling is ingeschakeld.
MOTOR DRAAIT MAAR START NIET
1.
Brandstof bijna op.
Vul de brandstoftank (zie onderdeel BASISPROCEDURES).
-
2.
Accu bijna leeg.
-
Controleer de lading van de accu. Herlaad indien nodig (zie het
onderdeel ONDERHOUDSPROCEDURES).
Controleer de accuverbindingen in het opbergvak vooraan (zie het
-
onderdeel ONDERHOUDSPROCEDURES).
3.
Probleem met het motormanagement.
-
Controleer of het motorindicatorlichtje BRANDT tijdens het starten.
Raadpleeg een erkende Can-Am roadster dealer.
DIAGNOSTISCHE RICHTLIJNEN
139