ONDERHOUDSPROCEDURES
Koppelingsvloeistof
(model SM5)
Controle van het koppelingsvloei-
stofpeil
Controleer het koppelingsvloeistof-
peil als de koppeling niet normaal
werkt of als schakelen met de
schakelhendel moeilijk verloopt.
Het reservoir van de koppelings-
vloeistof bevindt zich bij de achter-
uitrijvergrendeling aan het linker-
stuur.
Controleer het peil van de koppe-
lingsvloeistof als volgt:
1.
Parkeer het voertuig op een
stevige, vlakke ondergrond.
2.
Zet het stuur recht om de bo-
venkant van het koppelings-
vloeistofreservoir horizontaal
te plaatsen.
3.
Veeg de zone rond de dop
schoon.
4.
Gebruik de kruisschroeven-
draaier in de gereedschapstas.
5.
Schroef de borgschroeven van
de dop los.
TYPISCH
6.
Verwijder de dop voorzichtig.
Let op dat de dichting van de
dop niet valt.
7.
Kijk het vloeistofpeil in het re-
servoir na.
124
Controleer het peil van de koppe-
lingsvloeistof in het reservoir:
-
De vloeistof moet gelijk komen
met het vulpeil (uitstulping op
de wand van het reservoir).
DE VLOEISTOF IS VERWIJDERD VOOR
DE GOEDE ZICHTBAARHEID
1.
Minimum
2.
Maximum
Koppelingsvloeistof toevoegen
1.
Als het vloeistofpeil lager is
dan voorgeschreven, vul dan
vloeistof bij tot de lijn van het
vulpeil. Gebruik enkel DOT 4-
remvloeistof.
2.
Vul zoveel vloeistof bij als no-
dig. Nooit te veel bijvullen.
OPMERKING
Gemorste vloeistof
onmiddellijk wegvegen.
3.
Duw de afdichting in de dop
terug.
4.
Plaats de dop terug op het re-
servoir.
5.
Draai de schroeven van de dop
vast.
Accu
Plaats van de accu
De accu bevindt zich in het bergvak
vooraan. Om toegang te krijgen tot
de accu, opent u het deksel van het
opbergvak vooraan.