SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
RECC-KNOPPEN
1.
MODE-knop (Modus): Door de
schermen navigeren
2.
SET-knop (Instelling):
Even indrukken en loslaten: Navige-
ren
door de subvensters
De knop minstens 1 seconde inge-
drukt houden: In de huidige functie
een waarde instellen of naar een instel-
scherm navigeren
3.
OMHOOG-knop: Het geluidsvolume
of een waarde verhogen
4.
OMLAAG-knop: Het geluidsvolume
of een waarde verlagen
5.
LINKS-knop: De pijlen op het scherm
naar links bewegen om een submenu
of een instelling te selecteren.
6.
RECHTS-knop: De pijlen op het
scherm naar rechts bewegen om een
submenu of een instelling te selecte-
ren.
WAARSCHUWING
Gebruik van de RECC tijdens het
rijden, kan de bestuurder aflei-
den van de besturing van het
voertuig. Bedien de knoppen
steeds met de nodige voorzich-
tigheid en blijf naar de weg kij-
ken.
10) Achteruitrijknop
De achteruitrijknop bevindt zich bij
de linkerhandgreep.
24
1.
Achteruitrijknop
Houd de achteruitrijknop ingedrukt
zodat u in achteruit kunt schakelen.
Zie het onderdeel ACHTERUIT
RIJDEN in BASISPROCEDURES
voor gedetailleerde instructies.
De knipperlichten knipperen als het
voertuig in achteruit staat.
11) Instrumentenbord
Het instrumentenbord bevindt zich
boven de zitting. Hiermee kunt u
veel elektrische accessoires bedie-
nen.
OPMERKING: Het instrumenten-
bord functioneert enkel als de mo-
tor draait en de accuspanning meer
dan 11Vdc bedraagt.
1.
Parkeerremschakelaar
2.
Schakelaar voor stuurgreepverwar-
ming voor de bestuurder (optioneel
pakket)