DIAGNOSTISCHE RICHTLIJNEN
OPMERKING
Laat het voertuig niet slepen als het moet worden ver-
voerd. Slepen kan het voertuig zware schade toebrengen. Raadpleeg
het onderdeel VERVOER VAN HET VOERTUIG voor gedetailleerde
instructies.
Kan niet naar eerste versnelling schakelen (model
SM5)
Als in stilstand niet in eerste kan worden geschakeld:
1.
Laat de koppelingshendel langzaam los terwijl u licht op de schakel-
hendel drukt.
2.
Trek de koppelingshendel in zodra u voelt dat de schakelhendel in de
eerste versnelling schakelt.
Kan niet naar neutraal schakelen (model SE5)
Als in stilstand niet naar neutraal kan worden geschakeld:
1.
Het motortoerental wordt automatisch opgevoerd tot ongeveer 1.800
RPM en wordt dan terug naar het stationaire toerental gebracht.
2.
Dit wordt maximaal 3 keer geprobeerd.
3.
Werkt dit niet, probeer dan nogmaals de knop hoger of lager te
schakelen.
Kan niet schakelen (model SE5)
Laat het voertuig vervoeren naar de dichtstbijzijnde Can-Am roadster
dealer.
Motor start niet
DE MOTOR DRAAIT NIET
1.
Een schuivende veiligheidsmelding op het multifunctionele in-
strumentenbord werd niet bevestigd.
-
Druk de MODE-knop (M - Modus) in om de veiligheidsmelding te
bevestigen.
2.
Motorstopschakelaar op UIT.
Zorg ervoor dat de motorstopschakelaar op AAN staat.
-
3.
Koppelingshendel niet ingeschakeld (model SM5)
-
De koppelingshendel ingetrokken houden.
4.
Contactschakelaar op UIT.
-
Draai het contact op AAN.
5.
Accu leeg of een slechte aansluiting op de accu.
Controleer de lading van de accu. Herlaad indien nodig (zie het
-
onderdeel ONDERHOUDSPROCEDURES).
Controleer de accuverbindingen in het opbergvak vooraan (zie het
-
onderdeel ONDERHOUDSPROCEDURES).
138