Installatie
Hoogvacuümflens in-
stalleren
Voorvacuümzijde
aansluiten
5.8
Transportbeveiliging
18
Gevaar door afbreken van de turbopomp
In het geval van een plotseling blokkeren van de rotor kan een draaimoment tot
4200 Nm optreden, dat bij een verkeerde bevestiging kan leiden tot het afbreken van de
turbopomp. De daarbij vrijkomende energie kan de volledige pomp of inwendige
brokstukken van de pomp door de ruimte slingeren. Daarbij kan zeer ernstig letsel,
eventueel dodelijk letsel en ernstige materiële schade worden veroorzaakt.
De installatievoorschriften in deze gebruikershandleidingen nauwgezet opvolgen.
Uitsluitend oorspronkelijke onderdelen van Pfeiffer Vacuum (accessoires) voor de in-
stallatie gebruiken.
Hoogvacuümflens installeren volgens de aanwijzingen in de gebruikershandleiding
van de turbopomp.
Bij het monteren van alle hoogvacuümonderdelen zorgen voor de hoogstmogelijke
reinheid. Vuile onderdelen verlengen de uitpomptijd.
Let de minimumsterkte van 170 N/mm
Voorvacuümleiding tussen de turbopomp en de voorpomp verlengen.
Voorvacuümleiding met kleine flens onderdelen of slangschroefverbindingen aanslui-
ten. Vrije dwarsdoorsnede van de voorvacuümflens niet vernauwen!
Bij starre pijpverbindingen: veerbalgen voor het dempen van trillingen inbouwen in de
verbindingsleiding.
Turbopompinstallaties uit de lijn HiCube Classic zijn met een transportbeveiliging voor
de voorpompen uitgerust (zie sticker). De transportbeveiliging bestaat uit twee tegen-
overliggende stelschroeven met vering, dit het bodemvlak van de voorpomp fixeren.
Fig. 6:
Transportbeveiliging bij HiCube Classic
78
Zijplaat
84
Handvat naar boven trekken.
Telkens twee snelsluitschroeven uit een zijplaat losdraaien.
Zijplaat verwijderen.
– Zijplaat ong. 2-3 cm uit de vergrendeling optillen en naar buiten buigen.
– Aardekabel uit de kabelschoen van de zijplaat trekken.
– Zijplaat van de pompinstallatie verwijderen.
WAARSCHUWING
2
van het flensmateriaal.
1
84
3
4
93
Handvat
93
Transportbeveiliging
2
78