Installatie
5.3
Aarde
5.4
De pompinstallatie verankeren.
16
Gevaar als gevolg van een ontbrekende aarding van de behuizing
Om aan de in de DIN EN 61010-1:2010 vereiste hoogte van de lekstromen te kunnen
voldoen, moeten de volgende maatregelen worden doorgevoerd:
Voor de aansluiting op het stroomnet de aardekabel (leveringsomvang) van de
pompinstallatie op het werk met PE verbinden.
Ingeval van een plotseling blokkeren van de rotor van de turbopomp moeten de optre-
dende draaimomenten via de pompinstallatie door de bevestiging aan de zijde van de
klant worden geabsorbeerd. Ter verankering van de pompinstallatie en de vacuüminstal-
latie is een verankering van de pompinstallatie dringend noodzakelijk. Voor dat doel be-
vinden zich 4 bevestigingshaken aan de onderste hoeken van de pompinstallatie.
Fig. 5:
De pompinstallatie verankeren.
106 Bevestigingshaken
Alle blokkeerrollen van de pompinstallatie borgen.
De pompinstallatie met spankoorden aan alle 4 bevestigingshaken bevestigen.
– Let op de correcte stand en spanning van de koorden; de koordlussen moeten zich
in de kom van de bevestigingshaken bevinden.
– De spankoorden moeten door de klant stevig en veilig worden bevestigd om belas-
tingen tot aan 2000 N per bevestigingspunt te kunnen opnemen.
LET OP
M4
4x !
106
159
159 Transportrol