6.7
Elektrische aansluiting
De netspanning is onderbroken en tegen opnieuw inschakelen
beveiligd.
De VDE-bepalingen, de voorschriften ter voorkoming van ongevallen
en de gebruiksaanwijzingen van het lekdetectietoestel en het reser-
voir (tank) naleven.
De controle-eenheid rechtstreeks op het elektriciteitsnet van 230 V
aansluiten zonder schakelaar en zonder stekkerverbinding.
Afbeelding 10: Elektrische aansluiting
Stroomvoorziening
Het lekdetectietoestel met een vast aangelegde leiding, bijv. NYM-J
3 x 1,5 mm² op het net aansluiten.
1.
Het netsnoer door de rechtse schroefverbinding in de controle-
eenheid steken.
2.
De fase op klem L1, de neutraalgeleider op klem N en de mas-
sakabel op klem PE aansluiten.
3.
De voedingsleiding naar de controle-eenheid moet afzonderlijk
beveiligd zijn (max. 16 A).
Sonde
Indien de controle-eenheid en het detectievloeistofreservoir naast el-
kaar gemonteerd zijn, kan de signaalleiding rechtstreekse met de
controle-eenheid worden verbonden. Daarbij moet er ook op worden
gelet dat de sonde probleemloos uit de houder kan worden genomen
om de werking te controleren. Signaalleiding niet inkorten.
Handleiding LAG-14 ER
1 Relaiszekering
F2
2 Transformator
3 Netzekering F1
4 Netspanning
5 Bijkomend
alarm
6 Externe span-
ning
7 Sonde
29