BEDIENING
Aanmeren
Kantel de motor bij het aanmeren met
behulp van de kantelhendel. Zet de
bedieningshendel in de VRIJSTAND
en zet de motor uit voordat de
buitenboordmotor wordt gekanteld.
Laat de buitenboordmotor voor het
kantelen een minuut na het stopzetten
van de motor in de draaistand staan
om het water uit de binnenkant van de
motor af te laten voeren.
70
HENDEL KANTELBLOKKERING
VRIJ
VERGRENDELD
ACHTERSTEVENBEUGEL
Zet de motor stop en ontkoppel de
brandstofleiding van de
buitenboordmotor voordat u de
buitenboordmotor kantelt.
1. Trim de buitenboordmotor zover
mogelijk omhoog door middel van
de trim-/kantelschakelaar.
2. Zet de hendel kantelblokkering in
de stand VERGRENDELD en laat
de motor zakken tot de hendel
tegen de ophangbeugel ligt.
3. Druk op de knop DN (omlaag) van
de trim-/kantelschakelaar om de
motor in de laagste stand te trimmen.
4. Voor het omlaag kantelen, laat u de
buitenboordmotor met gebruik van
de elektrische trim-/kantelschakelaar
zo ver mogelijk omhoog komen, en
zet u de hendel kantelblokkering in
de stand VRIJ.
TRIMSTANG